Vandaag, zesentachtig jaar geleden werd je geboren.
Vieren met warmte deed je graag.
Met mam, mij, mijn vriendin, je dochter en kleinkinderen.
Ik zie de dag al voor me.
‘Eerst een stiepel botterhamme.’
‘Dan een sniebelke vlaa mit een goeie tas koffie.’
En wachten tot het bezuuk komt.
De ganse dag dur komme ze.
Het is al weer acht jaar geleden.
Je ging zo verrekes onverwacht en snel.
In deze tijden denk ik weer veel aan je.
Wie je bent en wat je mij leerde.
Jouw levenswijsheid verpakt in eenvoudige krachtige zinnen.
Die ik pas jaren later leerde ontcijferden.
Je stond altijd klaar voor anderen.
De warme hand gaf gul.
Een onbegrensde loyaliteit.
Fel als je onrecht voelde, zag of die hoorde.
Boos, verdrietig en stil op Dodenherdenking en Bevrijdingsdag.
De man van wij, samen en sociaal.
In deze tijd denk ik vaak aan je.
Omdat ik van je hou.
Jij bent een vader die mij veel meer mee gaf dan ik destijds besefte.
Een man die graag thuis was en maar niet lang kon blijven.
De dorpse Limburger met een onrustige reizende ziel.
De tweestrijd tussen blijven en gaan en je fantastisch warme hart.
Wat je zei pas ik zoveel als mogelijk toe ‘ouwe taaie’.
Dus op jouw geboortedag.
De dag dat mijn kinderen werken, studeren en ze hun vader missen.
Eer ik jou met één van je mooiste uitspraken.
‘Vriendelijkheid kost geen geld.’
Proost ouwe taaie. Ik drink een fles wijn in plaats van Tyskie!
Cor junior.