H❤️rtdag nummer 11❤️

Morgen is het elf jaar geleden.

Er gaat geen dag voorbij dat ik er niet aan denk.

Van de andere kant gaat er ook geen dag voorbij dat ik niet aan andere zaken denk.

De hartdag is deel uit gaan maken van mijn dagelijkse gedachten.

Het verbaasd mij.

Jaren geleden nam het een veel prominentere plaats in.

Met het verstrijken van de tijd nam de explosieve lading van de gebeurtenis af.

De impact die het teweeg bracht heeft zijn werk gedaan.

Ik voel mijn hart beter aan dan ooit tevoren

En luister veel beter naar mijn gevoel dan ooit.

Elk jaar op de avond voor de dag denk ik terug aan mezelf daar in dat bed met een blauw hemd aan met touwtjes aan de mouwen.

En elk jaar herbeleef ik de dag van de ingreep. 

Het wordt echter elk jaar lichter, het vervaagd.

Alsof de primaire kleuren langzaam overvloeien naar pasteltinten.

Prachtig hoe mijn leven een wending nam.

Gedenkwaardig.

Share

Loden jas (14) en hij wordt lichter.

Het waren rare tijden in 1986 en ‘87. Heftig, omdat er veel gebeurde. Ik moest aan mijn leerplicht voldoen, werkte hard en had geen vrienden meer. De brommer vrienden had ik gestald. Niet mee op vakantie mogen was een klap in mijn gezicht. De profiteurs, de gasten die meereden over mijn rug omdat ze zelf geen brommer hadden, had ik vaarwel gezegd. En met hun en alle anderen had ik gebroken. De ommekeer kwam toen ik door omstandigheden niet bij mijn vader, moeder en zusje was toen ze mij hard nodig hadden en nadat ik bij de kist van oma Venray stond. Zij was overleden en ik kon gelukkig naar de avondwake. Daar stond ik met mijn zeventien jaar oud. Ik zie me staan aan het voeteinde van de kist. Een zaaltje met indirecte verlichting. Die vanaf het plafond via een soort omgekeerde u-vormige lichtbak strijklicht naar beneden liet schijnen via de wanden van het mortuarium van het ziekenhuis. Om mij heen familie die bij met een scheef oog bekeken. Waar mijn ouders en zusje waren weet ik niet meer. Alleen met mijn gedachten stond ik daar en ik zag veel aan mij voorbij trekken. Al mijn streken, de familie, mijn verleden en het heden. Ik nam mij voor te breken met de eerder vertoonde gedragingen en een ander pad op te gaan. Een pad waar mijn ouders en familie trots op konden zijn. Daar die avond om zes uur koos ik letterlijk voor een andere weg. Ik was er vast van overtuigd dat het mij ging lukken. Daar heb ik de knop omgezet en gebroken met alle shit die ik kende en veroorzaakte. In de weken daarna werd ik liefdevol opgevangen door mijn ouders en Geert Gorree! Het waren de enigen die mij steunden en de kans gaven opnieuw te beginnen. Mijn ouders door er voor mij te zijn en me de rust en ruimte te geven mezelf te leren kennen.  Geert was er door mij aan te sporen iets te doen met de energie die vrij was gekomen. Ik was verraden, vernederd, vertrapt en als oud vuil aan de kant gezet. Geert en zijn vrouw Marian vonden dat mensonterend en onterecht. En wars van alle geruchten en de vieze smoezelige etterende vuile praat in het dorp en omstreken gaven zij mij het vertrouwen dat ik zo hard nodig had. Sterker nog. Zij boden mij een veilige omgeving en de vrijheid om te ontdooien. Geert gaf mij de opdracht om twee A-viertjes uit mijn hoofd te leren. Alleen de eerste zin weet ik nu na ruim 35 jaar nog.

“Onlangs vroeg men aan een bekende persoonlijkheid waarom zo weinig mensen slagen terwijl zo velen mensen op de wereld willen dat hun dromen werkelijkheid worden.”

Mijn focus werd verlegd en ik leerde mij te concentreren. Als ik binnen een maand de A-viertjes uit mijn hoofd leerde mocht ik bij hem blijven werken. Elke week kwam ik een stukje verder. Ik zat na het werk thuis bij het licht van de bureaulamp te lezen en liet zin voor zin binnen komen. Elke week overhoorde Geert mij. En elke week kwam ik een stap verder. Week na week. En bij week vier was ik er klaar voor. Alles stroomde er uit. Ik was geslaagd en mocht blijven. Dat gaf mij zo veel zelfvertrouwen en het besef dat ik keuzes durfde te maken en mijn besluiten waar kon maken. Geert, als volwassenen, had de weg voorbereid. Ik ben hem heel veel dank verschuldigd. Nog steeds kan ik er na al die jaren geëmotioneerd van worden als ik aan hem en Marian denk. Hij was mijn redder. Tegen alles in een voorbeeld voor Meerlo en de bekrompenheid die mij bijna de vernieling in had geholpen. Na Geert kwam de dienstplicht. Ik ging vervroegd in dienst. Mocht opkomen in maart 1988. Lichting: 88-2. Ik ging naar Blerick. Bij mijn geliefde Venlo De rijopleiding voor chauffeur Laro (Landrover). Daar in dienst ervoer ik voor het eerst in mijn leven wat kameraadschap betekend. 

Share

Tour Retour

Ziek thuis komen zitten bood mij de tijd om in alle rust te werken aan mijn herstel. Met het fysieke herstel kwam er ook mentale ruimte tot verwerking. Onverwacht en plotseling stonden er een aantal van mijn nare herinneringen om mij heen. Ze keken mij aan en daagden mij uit. De angsten voor ongewenst pijn en verdriet konden niet langer worden onderdrukt. Ergens ontstond er ruimte om ze er uit te laten ontsnappen. Een oud overlevingsmechanisme was over de datum. De eerste keer dat ik daar bewust van was kwam toen ik hardop sprak over de echte reden waarom ik de Tour de France ‘Jour avant’ wilde gaan fietsen. Met mijn lief zaten we een avond te filosoferen over ego, trots en geldingsdrang. Als donderslag bij heldere hemel kwam het besef binnen. 

De pijn en teleurstelling om niet te starten was groter dan de euforie om mee te doen. Toen pas drong het langzaam tot mij door. Het volbrengen van de bijna 3.800 kilometer in drie weken was niet voor mezelf. Het was voor anderen! Tuurlijk fiets je zoiets ook voor jezelf. Maar diep in mijn hart verborgen waren er andere redenen om dat te gaan doen. Die wuifde ik onbewust weg, negeerde ze, zette mijn blik op oneindig en had de volle aandacht voor de fiets, de fiets en anders niets. Focus, kiezen, doen maar dan verkeerd. Want ik dacht dat het moment rijp was om eindelijk te laten zien dat ik geen loser ben. Dat ik wel iets kan. Dat al die criticasters ongelijk hebben. Dat ik de moeite waard ben. De eigenlijke reden was dat ik wilde dat mijn kinderen trots op mij zouden zijn. De Tour fietsen is tenslotte een uitzonderlijke prestatie uit de categorie buitengewoon. Dat ik onze relatie zou kunnen laten opbloeien en mijn eigenwaarde zou kunnen vergroten door een grootse tocht te volbrengen. Hun met trots vervullen, ze laten stralen van vreugde. Want de eerlijkheid gebied mij te zeggen dat ik af en toe twijfel of ze wel weten wie ik ben en waar ik voor sta in het leven. Wat ik belangrijk vind en wat mijn normen en waarden zijn. Hoe ik mij dagelijks gedraag en wat mij kenmerkt. Daar ben ik onzeker over. De Tour fietsen zou dat veranderen. Stiekem hoopte ik ze dan aan te treffen in Parijs op de Champs Elysées met een grote fles champagne zonder glazen. We drinken uit de fles en proosten op het leven. Zoals vaders dat met grote kinderen doen! 

Uiteindelijk zie ik in dat het ging om de erkenning van anderen. Die had ik blijkbaar harder nodig dan de erkenning van mezelf. En laat dat nu net een weg zijn die niet leid tot verlichting en acceptatie. De echte erkenning zit in de mogelijkheid om mezelf te vergeven, te accepteren en te erkennen. Pas wanneer ik uit durf te komen voor wie ik ben, waar ik voor sta, hoe ik mijn talenten omarm en mijn tekortkomingen erken kom ik tot leven. En daar ben ik gelukkig mee begonnen. Mijn missie om de Tour de France te fietsen faalde destijds. Door het effect van die teleurstelling vielen blijkbaar mentale barricades weg. Dat bood ruimte om negatieve ervaringen uit het verleden te gaan herbeleven en een andere, vernieuwde en positievere plek te gaan geven. Terug naar de basis te gaan. Mijn leven trekt op dit moment aan mij voorbij. En mijn Tour is een hele andere geworden.

Share

Loden jas (12). Koud, nat, leeg en licht.

Ik zit op mijn stadsfiets, op weg naar mijn fietsenmaker. Even zwetsen. Het is tien over acht en ik ben het binnenzitten beu. Al dagen in een te kleine wereld. De zaak is toe. COVID dwingt ze om op acht uur te sluiten. Ik las vanochtend in de krant over de zoveelste machtsstrijd in een politieke partij en waar deze machtshebbers vandaan komen en snap dat ze alles op slot gooien. Afkomst en geloof maal de honger naar macht verlamt een hele samenleving. Ik haak af. Kan het niet snappen en mijn gedachten tollen van alle scenario’s die door mijn hoofd gieren. Dus fiets ik door. Zwaai naar mijn fietsenmakers en kies koers naar het centrum.

Het is nat en koud. Ik moest er uit. Naar buiten. Na dagen werken en binnen zitten werd ik rusteloos en horendol en dat stopte niet. De stad is leeg, nat, koud en vol licht. De tijd lijkt terug te lopen in plaats van vooruit. Ik waan me in een andere wereld. Normaal is het op vrijdagavond druk. Winkelend publiek rolt door de winkelstraten. Nu is het leeg. Zoals het voor de koopgekte was. Een stad zoals die er in de de jaren tachtig heel veel waren. Alleen in wereldsteden werd de straat verlicht met kleine lichtjes. Ik ga veertig jaar in de tijd terug. Al fietsend door het centrum van Oosterhout zie ik veel kleine lichtjes. Maar het raakt mij niet. In de etalage van een speelgoedwinkel staat een circus met poppetjes. Een circus. Zo voelt het af en toe dit jaar. Een grote voorstelling van verschillen. Op de markt staan de boomskeletten in lichterlaaie. Een grote kerstboom siert het plein. De kerk als decor. Sfeervol. Maar ik mis het leven. De mensen in de kroegen. De gezinnen met jengelende kinderen en de verveelde blikken. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. Dit is niet mijn vrijdagavond. En Oosterhout is sowieso niet mijn stad. Ik voel mij er na ruim negen jaar nog steeds niet thuis. En toch vind ik het jammer dat het ‘storp’ zo verlaten is. Het doet mij denken aan vroeger. Toen ik behoefte had aan leven en warmte maar in plaats daar van veel kilte tegen kwam en uit frustratie om mij heen een spoor van vernieling achter liet. Ik dwaal op de fiets en bewonder de vele lichtjes en fiets door naar de wijk waar mijn vriendin voor haar scheiding woonde. Zie de huizen, proef de sfeer en hunker naar een nieuwe plek voor ons samen. Een nieuw begin. De koud en nattigheid verstijft mijn handen. De straten zijn leeg en het asfalt en de klinkers blinken van het water, weerspiegelen het licht en de rust is verstikkend. Het is koud in de stad en ik ga naar huis. In de warmte van ons huis voel ik de aanwezigheid van mijn lief. Ik zoen haar, laat de hond uit, neem een warme douche, trek mijn zachte huispak aan, schenk een glas wijn in en tik deze woorden in via het toetsenbord.

Share

Het gesprek.

En hij zei: 

Laat me met rust. 

Ik leid mijn leven. 

Zoals ik dat wil. 

Dus laat mij met rust.

Met je dwang en je drammen

Je mist het verlangen

Om mij los te laten

Zoals ik het wil

Met de angst in je wezen 

En geblaat in de lucht

Vanuit onzijn bestaan

En onwillig verleden

Met de rem op je hart

En verscholen verdriet

Dus laat mij met rust

En gun mij mijn leven

Met mijn lief en verlangen

Uit de dageraad vers

In de aarde geplant

En uit liefde geboren

Wars van wrok en geweten

Maar uit zuivere lucht

Dus leef je eigen leven

Zoals ik dat nu doe

Zonder vrees of verlatenheid

Onder je huid

En laat mij in mijn waarde

Schop de oordelen weg

Vanuit luchtigheid uit het vreemde gewag

En omarm je verlangen

Om de pijn te verzachten

En de zekerheid van je verlies

Schep de ruimte tot delen

En de vrijheid tot leven

Door los te laten wat jouw vast heeft gezet

En laat mij los

Stop met strijden en vechten

Geef de ruimte aan hen die de stormen doorstaan

En die in vrijheid en ineenvoud

Het lef durven tonen

Om in vrede en vrijheid 

Het gesprek aan te gaan

Share

Schepen verbranden.

Toen hij vertrok fikte het alsof de hel op aarde was gekomen. De schepen waarop hij had gevaren schreeuwden het uit vanuit hun buik en bulderden, het monster kwam tot leven. De vlammen schoten als tollende zuilen van vuur de inktzwarte lucht in. Hels vuur en kokend water. Verwoestend en alles verterend. Niets bleef heel van waar hij op had gevaren. Het vege lijf redden was wat overbleef. Het vuur werd aangewakkerd door de snelheid waarmee de ankers waren gehesen. Zijn vloot reddeloos verloren. Een vijand met de wind in de zeilen en de dubbele tong van list en bedrog. Hordes volgelingen zonder ziel. De waterspiegel kookte. Het slagveld dreef vol verloren idealen en dromen die verdampten in de kille nacht. Een zee vol ellende en een puinhoop van jaren verloochening die zonken en zich neerlegden op de zeebodem. Diep in de duistere diepte van het koude water. 

De dood kreeg geen vat op hem. Zijn brandwonden bleven onzichtbaar voor de buitenwereld maar pijnlijk en zonder rek binnen in zijn ziel. Zichtbaar voor hen die hij toeliet in zijn binnenste. Op het strand van verlangen en hoop spoelde hij aan. Buiten adem, zijn wonden vol zout. Ver weg van zijn vaderland. In een wereld waar hij zijn langzaam genezende wonden liet verzorgen. Alleen en ontheemd. Ontheemd in de armen van liefde in een huis met de innige omhelzing van een hart vol goud.

Ergens drijft nog rottend hout. Laat het alstublieft zinken en voor eeuwig verdwijnen.

Share

Voor de eerste keer in mijn leven.

Het is de eerste keer

Dat iemand mij nodig heeft

Die van mij houdt

Die om mij geeft

Voor de eerste keer in mijn leven

Mag ik mijzelf zijn 

Zonder reserve

Het is nooit eerder gebeurd

Dat ik mijzelf mocht zijn

Zonder restrictie of terughoudendheid

Met wie ik ben en wat ik doe

Voor de eerste keer in mijn leven

Mag ik mijn lijn lopen

En mag mijn hart doen waar het hoort

Dat is door dat jij in mijn leven bent

Het zal mij niet verlaten

Het is liefde die mij omhult

Voor de eerste keer in mijn leven

Is er een vrouw die mij nodig heeft

Die mijn leven voor de eerste keer verlicht

Die mij laat zijn wie ik ben

Zodat ik mij voor de eerste keer

Geen zorgen hoef te maken

Dat ik gekwetst wordt

Of dat de liefde bij verlaat

Iemand.

Voor de eerste keer in mijn leven

Iemand die mij lief heeft en mij nodig heeft

Share

Pap ❤️

Vandaag, zesentachtig jaar geleden werd je geboren. 

Vieren met warmte deed je graag. 

Met mam, mij, mijn vriendin, je dochter en kleinkinderen.

Ik zie de dag al voor me. 

‘Eerst een stiepel botterhamme.’

‘Dan een sniebelke vlaa mit een goeie tas koffie.’ 

En wachten tot het bezuuk komt. 

De ganse dag dur komme ze.

Het is al weer acht jaar geleden.

Je ging zo verrekes onverwacht en snel.

In deze tijden denk ik weer veel aan je.

Wie je bent en wat je mij leerde.

Jouw levenswijsheid verpakt in eenvoudige krachtige zinnen.

Die ik pas jaren later leerde ontcijferden.

Je stond altijd klaar voor anderen.

De warme hand gaf gul.

Een onbegrensde loyaliteit.

Fel als je onrecht voelde, zag of die hoorde.

Boos, verdrietig en stil op Dodenherdenking en Bevrijdingsdag.

De man van wij, samen en sociaal.

In deze tijd denk ik vaak aan je.

Omdat ik van je hou.

Jij bent een vader die mij veel meer mee gaf dan ik destijds besefte.

Een man die graag thuis was en maar niet lang kon blijven.

De dorpse Limburger met een onrustige reizende ziel.

De tweestrijd tussen blijven en gaan en je fantastisch warme hart.

Wat je zei pas ik zoveel als mogelijk toe ‘ouwe taaie’.

Dus op jouw geboortedag.

De dag dat mijn kinderen werken, studeren en ze hun vader missen.

Eer ik jou met één van je mooiste uitspraken.

‘Vriendelijkheid kost geen geld.’

Proost ouwe taaie. Ik drink een fles wijn in plaats van Tyskie! 

Cor junior.

Share

Stilte binnenin.

Stickers met draadjes zijn op mijn lijf geplakt. Ik ben het gewoon geworden. Na alle onderzoeken de afgelopen maanden. Het doel overstijgt het gevoel van schroom en ik laat het over mij heen komen. De ingreep begint nu echt en het eerste wat ik moet doen is een slang inslikken die via mijn slokdarm in mijn maag terecht komt. Zo maken ze een rontgen opname. Het doel is om te controleren of er geen stolsels in mijn hart zitten. Het verrast mij want dit had ik niet verwacht. Niet onthouden of was het mij niet verteld? De eerste keer kots ik de slang terug. De tweede keer niet. Dit moet slagen en ik ben vastberaden. Slang er in. Opnames maken. Alles zit goed. Slang er uit. Ze kunnen beginnen. Ik kijk om mij heen en neem alles waar. Mijn bril gaat af. Ik geef me over.

De verdoving is in werking getreden en wijdbeens wacht ik gelaten af tot de katheters via mijn liesaders worden ingebracht. Tijdens de ingreep zal ik een een soort van roes ‘wakker’ blijven. Al naargelang de situatie wordt de roes zwaarder of lichter. Hoe het kan weet ik niet maar ik dreig van mijn stokkie te gaan. Blijkbaar ben ik nerveuzer dan verwacht. Ik adem zwaar en zoek de arts. ‘Maak je kwaad!’roept de cardioloog-elektrofysioloog. ‘Maak je kwaad Cor. Laat de adrenaline komen en zorg dat je niet wegzakt!’ 

Huh? Okay dan! Ik gehoorzaam. Dus ik maak me kwaad en het werkt. Ik ben weer klaarwakker. De adrenaline pept me op en alle gevaar is geweken. Adrenaline als remedie tegen flauw vallen. Hoe simpel kan het zijn. Die ga ik onthouden. De katheters zitten er in. De cardioloog zegt dat alles goed gaat. “Laat me weten als je ze in je hart voelt of als er iets niet helemaal lekker gaat.” Versuft en tegelijkertijd wakker wacht ik af wat er gaat komen. 

“Laat me weten als je wat voelt.” Werkelijk. Alsof we aan het klussen zijn. Dat zijn de cardioloog-elektrofysioloog eerder al. “Zie ons als de electriciens van de cardiologie. Zo zijn er ook nog loodgieters en cardiologen die complete renovaties uitvoeren. Eigenlijk is het niets anders dan klussen voor gevorderden.” “Hoezo relativeren meneer de cardioloog.” Ik voel het kriebelen in mijn hart. Vanaf de rechterboezem wordt een gaatje geprikt in de boezemwand om zo in de linkerboezem te komen. Daar liggen de uitgangen van de longaders. Daar moeten ze in zijn. Het gaat hartstikke goed.

Ik stuiter! Wel een halve meter de lucht in. “Wat is dat?” hoor ik mezelf zeggen. Zelf bevind ik mij in een staat van zijn die tussen bewusteloosheid en bewustzijn in zit. Wakker en tegelijkertijd niet aanwezig. Achteraf hoor ik dat dat de verdoving is. Het beroemde ‘roesje’. “We testen of we goed werk hebben afgeleverd en de ingreep effect heeft Cor. En het werkt! Nu gaan we verder met de andere longvenen!” “Ben ik dat ook vergeten of niet?” Ik weet het niet…in mijn hoofd wordt het weer zwaar en ik hoor ergens ver weg iemand zeggen “Geef hem nog maar wat er bij.” De keren die volgen heb ik blijkbaar goed gereageerd want het lukt. 

Nu ik er aan terugdenk voel ik het weer in mijn lijf. Mijn hart heeft in mijn beleving ook een herinnering en het is bijna eng om mijn ervaring openbaar te maken. Blijkbaar zit de schrik er nog steeds in dat het terugkomt. De tijd heelt alle wonden al vermoed ik dat de herinnering in mijn hart gebeiteld zit en niet herinnert wil worden aan de pijn. Het voelt bevrijdend om dit te delen. Eindelijk durf ik het. Trots op mijn hart waar ik zo van hou. 

Ik kom even bij als ik door een gang rijd. Achteraf blijkt dat ik toen om weg was naar de afdeling.  De wielen zoemen en ik ben versuft. Mijn liezen strak ingezwachteld met drukverband. Er is absolute rust in mijn borstkas. Geen gerammel meer. Het is stil en ik kan me niet meer herinneren wanneer ik dat voor het laatst had. Er is stilte binnenin. Tijd om opnieuw naar mijn hart te luisteren. 

Share

Tien.

Tien jaar geleden. Het is deze maand tien jaar geleden. En het is tien en een half jaar geleden dat de wekker ging. Mijn wekker af ging. Het tikken stopte en het alarm loeide. Mijn rikketik trok aan de bel. Duidelijk en onomwonden. Klare taal; ‘Jij moet actie ondernemen. Het is tijd!’ En voor het eerst sinds jaren luisterde ik echt… De huisarts zag een onregelmatigheid op de uitdraai. Hij stuurde mij door. Dezelfde middag lag ik op de behandeltafel voor een echo op de afdeling Medische Beeldvorming. Het was het begin van een tijd die in het teken stond van onderzoeken en onrust. Na talloze onderzoeken was het 100% zeker. Dokter: ‘Cor, jij hebt een ernstig vorm van boezemfibrilleren. Dat uit zich in een onregelmatige hartslag, het overslaan van je hart en dat je pieken hebt in de hartslag die oplopen tot 230 slagen. Daarom stopten we destijds met de ‘fietstest’ omdat jouw hartslag niet daalde bij rust. We moeten je doorverwijzen naar een ziekenhuis dat gespecialiseerd is in deze aandoening. Helaas kunnen wij je niet verder helpen. Dat kan het Catharina of het UMC zijn.’ Het werd het UMC. De cardioloog daar had binnen tien minuten de diagnose en behandeling uitgelegd; “Er is wel een kans van 10% dat het fout gaat.” “Dus 90% dat het goed gaat!”, was mijn reactie. “Doen! Een keuze is er niet. Het is dit of beter worden. Op mijn veertigste als een uitgebluste zeventiger leven is geen optie. Plan de datum maar in!” Het werd een wachtlijst met de verwachte duur van drie maanden. De tijd tikte door. Mijn onrustige rikketikkende rikketik tikte ook door. En bij mij tikte er van alles aan het venster van mijn gedachten en verbeelding. Alleen en eenzaam.

Share