Tweedehandse OV geur

Met het openbaar vervoer. Deze maandag ga ik voor het eerst sinds 25 maanden weer met het ov het land  in. Met de auto blijven rijden is niet te betalen dus gebruik ik de ov kaart van het werk. Met tegenzin want ik wil niet reizen tussen mensen. Met al die ongewenste geluiden, de geuren op en rond de stations, mensen die dicht bij mij komen in anonimiteit. Op de donderdag voorafgaand aan de reis kijk ik op mijn telefoon of de reisapp er nog op staat. Nee dus. Die is er door mij af gedonderd tezamen met een dozijn andere meuk met volgsystemen en data-trekkers. 

De avond vooraf installeer ik de app weer. Hoe neem ik alles ook al weer mee? Oh ja, in de reisrugzak. Waar ligt dat ding? Ergens op zolder. Dan het trainingsmateriaal er in. Al duurt het even voordat ik helder heb wat ik mee moet nemen. Het voelt vreemd. Wat is dat? En dan besef ik mij dat de oude routine is verdwenen. Een goede voorbereiding is het halve werk. Dus na het inpakken van de tas gaat de aandacht naar mezelf. Welke kleding trek ik aan? Een trui? Laagjes? Is het warm of koud in het ov? Ik weet het niet meer. Ma de treinstoring van gisteren en vorige week vraag ik me af of extra voeding en kleding nodig is. Mondkapjes zijn vanaf de 23e maart niet meer verplicht. Toch neem ik er mee. En handschoenen, een muts en sjaal. 

Op de dag zelf kies ik voor een snel ontbijt en rap zijn. Krant scannen, de oorlog in het oosten, de winst van Matje in Vlaanderens Mooiste, het weer is genoeg voor nu. Wassen, omkleden, weg. Dikke jas, muts en col.

Thuis – Breda

De ov dag begint goed. Ik kan een bus eerder mee dan gepland. Kort sprintje en ik spring de treeplank van de bus op. Kaart voor de lezer, een ‘bliep’ en ik zeg ‘dank je wel’ tegen de chauffeur. Man wat is het hier warm. Rechts zitten, rugzak links, kaart goed opbergen.

Jee zeg. Daar is Breda station al. De bus uit en naar de roltrap. Zouden de camera’s mij herkennen “Heej, daar is Cor weer!. Lang niet gezien.” De geur van stations wringt mijn neus binnen. Gare nate dampende kaascroissants onder broedlampen, tweedehands lucht. Het is rustig. In de kleine winkel met veel te duur eten staan geen rijen van wormende mensen. Mensen die je niet aankijken, staren en naar hun trein of bus worden getrokken. Geen aanhoudende bliepjes bij de poortjes. Mijn perron 6, ik koop de toeslag, stap de trein in en ga zitten. Aan een raam met vrij uitzicht.

Polder bij Roelofarendsveen

Breda – Rotterdam

Bij Dordt zet ik de hoofdtelefoon met magische ruisonderdrukking op. Langer hield ik het niet vol. Ik wil klein zitten en dat kan beter in mijn eigen bubbel.

Rotterdam – Schiphol

Voor Rotterdam is het treinstel nog bijna leeg. Heerlijke rust maar van korte duur. Ik voel dat ik mijn bankje moet gaan delen. Daar heb ik geen zin in. Te veel mensen die een plek zoeken. Mijn rugzak rits ik al dicht. Een onbekende gaat naast mij zitten. Zonder zich voor te stellen. Ook dat is 25 maanden geleden. De zitplekcarroussel van het ov. Hopelijk ruft de bankgenoot niet te zeer of heeft vreemde gewoonten die ik liever niet zie. De onbekende is bijna een en al een gewatteerde lange witte parka. Een jonge vrouw met lange haren en een vriendelijk en open gezicht. Fijn. Oordopjes gaan in, telefoon in de rechterhand. Het nieuws van de wereld. Ik loer naar links. Ze scrollt door De Volkskrant. 

Het is zes voor acht. Polders. Ik draai naar rechts en schiet een paar foto’s. Waar ben ik? De autosnelweg waarlangs het spoor ligt heeft verkeersborden. Ik draai nog meer naar rechts en zie afslag Roelofarendsveen. En in de stilte van mijn hoofdtelefoon zoef ik langs grasvelden, grijze luchten en grauwe sloten. Zie de rust van een polder, vlak en simpel van structuur. Wegen gelijk strepen met bomen aan weerszijden. Met auto’s, een betonmixer, station onbekend, een dijk op, een tunnel in en er zijn dozen in aanbouw (Nederland Dozenland). 

Langs kantoren, waar geen mensen werken omdat thuiswerken mag. Al vind de baas van niet. Bijna op station Schiphol. Een krakend geluid, ik til mijn hoofdtelefoon op en en hoor in het Nederlands en Engels dezelfde boodschap maar dan anders. Mensen staan in het gangpad. De witte lange parka is opgestaan terwijl de trein nog rijdt. Ruik ik dan? Nog meer mensen staan. Zonder mondkapje en in tweedehands lucht. Ook ik kijk niemand aan. Ik luister muziek. Treinstel weer bijna leeg. 

Schiphol – Amsterdam

Een paar erbij. Rijden maar! Weg hier uit die tunnel. In mijn oren “Kilomeaters” van Rowwen Hèze. De voorsteden van A’dam. Flats, flatjes, een station.

Stationneke

Zo meteen kom ik aan in Amsterdam Centraal. Dan stap ik over naar een Sprinter en daarna is het nog tien minuten lopen naar mijn werkplek voor vandaag. Een dik half uur vroeger dan gepland. En anderhalf uur voordat de training begint. 

Goedemorgen! roep ik zodra ik de zaal binnenkom. De eerste deelnemer zit er al. TOF!

Amsterdam Lelylaan- Centraal

Een fantastische traingsdag over communcatie, coachen en zelfredzaamheid zit er op. Training, train, trein, coachen, coach, een frappant samenvallen van termen die helemaal passen bij de dag en mijn ov beleving.

Terug naar huis. Buiten is de lucht licht, heerlijk fris en prikkelend. Met een sprinter naar Centraal. Die zit bomvol. Een vrije plek, naast een jongen. Hij vraagt in het Engels of dit Centrum is. Ik antwoord in het Nederlands. Nog niet. Dit is Sloterdijk. Het volgende station is Centraal Station. Zodra we daar binnenrijden attendeer ik hem er op. Thank you. What is thank you in your language? Dank je wel. Dank je wel! Alstublieft. What is your native language? Portugese. En ik zeg haperend obrigado. Hij glimlacht van oor tot oor en het meisje tegenover mij gniffelt en kijkt ons met stralende ogen aan. 

Ik kan het niet nalaten om naar mensen te kijken. Wat een variatie. Om bij mijn trein te komen loop ik hele perron af. Uit de bedompte donkere stationshal. En daar is de lucht en voel ik de regen op mijn kale kop. De Intercity is op tijd. Vieze en vuile wagons. Een lege coupé. De strijd om de beste plekken is weer begonnen. Of ik dit gemist heb? Echt niet! Ik ga weer aan het raam zitten. Een banaan en mandarijn in de mik voor energie en vitamientjes. En eerder dan vanochtend gaat de hoofdtelefoon op en de muziek aan. 

Alsof ze worden opgeslokt

Schiphol – Rotterdam

Op Schiphol is ie weer vol. Tunnels in en uit. Pfff. Wat vermoeiend. Door ramen met zand zie ik een vaalbruin Nederland. Bijna iedereen zit met geknikt hoofd naar zijn schoot te kijken waar de telefoon in ligt. Mondkapjes, hoofdtelefoons. Een coupé vol eenlingen. Was ik maar thuis.

Rotterdam – Breda

Op Rotterdam Centraal verdwijnen mensen rijendik de grond in. De roltrap als tong van een grote mond die ze verslindt. Schuin tegenover zitten een jongen met vlassig sikje neuspulk aan zijn joggingbroek te vegen. Gatverdamme! Dat bedoel ik dus. De knakker naast mij met een P2 mondmasker op is weg. Ik kan weer wijdbeens zitten. Ik wend mijn blik naar buiten en drink mijn thermoskannetje met thee leeg en begin aan de koffie. Kaartcontrole als toetje. Het is kwart over zes en met vette blues van Christone ‘Kingfish’ Ingram’s ‘662’ knallen we naar Moerdijk richting Brabant! 

De Moerdijk

Station Lage Zwaluwe vliegt aan mij voorbij. Vreemd dat er daar een station ligt. Waarom juist daar in de polder op die plek een station moest worden aangelegd is mij al jaren een raadsel. Er is niets. Tegenover mij zitten twee jongens en een meid bier te drinken uit beugelflessen. Breda komt dichterbij.

Breda – thuis

De trein stopt en ik kies het poortje om de stationshal te verlaten. Waar ik vanochtend via de roltrap in de weeïge geur dook ontstijg ik deze geur nu via de trap. De bus naar huis staat klaar. Na het instappen vertrekt ie meteen. Het is er nat, regenwater is door schoenen mee naar binnen genomen. De laatste kilometers gaan aan mij voorbij. Het uitstappen werkt bevrijdend en de regen is verfrissend. De muziek op mijn hoofdtelefoon gaat uit. De laatste meters loop ik op veren.

Bij het zien van onze voortuin wordt ik rustiger. Twaalf uur na het dichtslaan open ik de voordeur weer. Zodra ik binnen ruim ik eerst al mijn spullen op, eet, douch en kleed mij om.

En pas dan valt de dag van mij af.

Share

Vakantie in Oekraïne.

De verkoudheid trekt weg uit mijn lijf. De echo van carnaval is verstomd. In een week tijd tweeënhalve kilo afgevallen. Geen trek. Moe en slapen als een alpenmarmot. Toch doorwerken en de deelnemers aan mijn trainingen en mijn collega’s niet teleurstellen door alles af te zeggen. En ook nog een knie vol vocht en een pijnlijke knieschijf. Ik voel me klein en onbetekenend. Wat als ik er niet meer ben? Zorgen nestelen zich om het hart. Daar waar ik ze niet wil. De corona waas dwarrelt weg en het rode monster kruipt uit zijn hol. De wereld in verbazing. Buiten is het stil. Alleen thuis. De krant, op de achtergrond radio1. In een stemming die doet herinneren aan de jaren tachtig waarin uitzichtloosheid en een schijnbaar onafwendbare oorlog mijn jeugd en wereldbeeld zwart-wit kleurde. Dan ging je in als kort verband vrijwilliger het leger in. Tekende je voor een paar jaar want er was toch geen werk. In achtentachtig had ons leger in de hoogste staat van paraatheid klaar gestaan in het Oosten. Toen zat ik in Duitsland als dienstplichtig militair. In negentiennegentig zouden parate afgezwaaide dienstplichtigen zijn opgeroepen met een operatie Donderslag. Binnen 24 uur melden met je uitrusting op een kazerne. In twintigtweeëntwintig gaan huurlingen naar het Oosten. Het verschil is enorm. We vragen ons af hoe het zover is kunnen komen? Hoe wij de dreiging niet wilden zien. Stoken op brandstof van de oude vijand die nooit verandert is. Maar die ondertussen zijn messen sleep. De goedkope rommel van ver weg die met containers meer invloed heeft dan stemmen voor de gemeenteraad. 

Het wil er niet in en het moet er uit. 

De geplande vakanties gaan door. Toch?

Share

Ik ga stoppen met Facebook.

Ik ga stoppen met Facebook.🤪 Het is de tweede stap die ik zet in het minder gebruik maken van ‘de socials’. De afgelopen jaren leerde ik veel nieuwe mensen kennen. Ik zette ze in de contactlijst op mijn telefoon. We appten, maakten appgroepen aan en via ‘de socials’ ontstonden verbindingen met mensen die ik anders nooit zou hebben leren kennen. Het was daarnaast nog nooit zo gemakkelijk om oude bekenden te vinden. Ik genoot van de groepen waar ik deel van uit maakte en lid van werd. Van liefhebbers van oude Volvo’s, caravans, basgitaren of wielrennen. Mijn nieuwsgierigheid en enthousiasme bleef geprikkeld worden. Het bood mij de mogelijkheid vragen te stellen, hulp te vragen, lekker te zeveren en zelfs de kans om gewoon ongegeneerd te gluren. Tot zover de euforie.

De aanleiding.

De laatste tijd bekroop mij echter steeds vaker het gevoel dat ik veel tijd verdoe en te lang op Facebook ‘zit’. Dat het mij nodig had en het mij meer energie kostte dan het gaf. Dat had ik een paar maanden geleden ook al met de eindeloze rij appgroepen. Toen ik het besluit nam te minderen en uit de meeste groepen stapte gaf dat een bevrijdend gevoel. Ik kreeg niet meer de drang om de tijdlijn te openen en te kijken wie mijn bericht had gelezen en of en wat voor een reactie er stond geschreven. Geen reactie, of wel een reactie. Het maakte niet uit. Er moest iets staan. En vaker stond er niets! Van mensen waarvan ik dacht dat ze dicht bij mij stonden maar die afstand namen. Geen bericht. Geen telefoontje, geen reactie op een vraag of opmerking. Het werd…stil. Geen afspraak of toenadering. En weer ontdekte ik dat in mijn beleving de binnenste schil groter is dan voor de meeste mensen in mijn ‘netwerk’. Gelukkig was er wel de spreekwoordelijk binnenste schil. Die hield contact. 

Mijn verwachtingspatroon van ‘de socials’ heeft een vorm aangenomen waar ik mij niet meer goed bij voel. Een dwingende behoefte om contact te hebben. Elkaar in het echt zien en horen. Een mens bij mij. Het vertrouwde warme gevoel dat op komt zetten zodra wij elkaar ontmoeten.

En met het verstrijken van de tijd voelen ‘de socials’ koud. Mijn verwachtingen temperen kan op veel manieren. Een daar van is ze niet meer opzoeken. Dat heb ik een week gedaan. Profiel uitgezet. Maar na een week zette ik het weer aan. Langer kon ik het niet volhouden. Ik was voor mij gevoel terug bij af.

Toen ik deze week de dupe werd van ‘spoofing’ veranderde alles. Mijn vertrouwen in de goedheid van mensen kreeg een flinke knauw!

En toen?

Ik nam het besluit een nieuw telefoonnummer aan te vragen, een nieuwe telefoon te kopen en de contactlijst op te schonen. En tegelijkertijd besloot ik keuzes te maken over het gebruik van ‘de socials’. What’s app gebruik ik niet meer. En vanaf Kerstavond is Facebook uit de lucht. Tot die tijd ben ik via Messenger bereikbaar. Wil je met mij verbonden blijven kun je daar iets achter laten. Daarna is deze verbinding ook dood! Mijn oude mobiele nummer is uit de lucht en niet meer in gebruik. Dus wis het nummer maar.

Hoe verder?

Van Insta krijg ik nog steeds energie en dat blijf ik gebruiken. Afbeeldingen delen en korte berichten schrijven ligt mij wel. Het is voor mij een beeldende uitlaatklep. LinkedIn blijft ook actief vanuit werk perspectief. Met het besluit de ene deur dicht te doen open ik een andere. Want ik realiseer mij dat ik te extrovert ben om me af te sluiten. Een half jaar lang was ik niet aan het bloggen en dat ga ik weer oppakken op www.corseijkens.nl 

Ciao en tot gauw! Cor👋🏼

PS: foto geleend van AroundSeven.

Share

Bon giorno! Goeiemorgen!

Er wordt op de deur geklopt. Hoe vaak is mij niet bij gebleven. Ze klonken als een kerkklok. Ineens wakker. Huh. Wat is er? De schoonmaakploeg. Duf van de slaap in een broek gedoken en de deur open gemaakt. Nein danke, alles ist gut und noch sauber. Vielen dank. Bis morgen. Ze lacht en snapt het. Mijn slaapdronken gezicht sprak alle talen. De wijzers op mijn digitale klok wijzen 09.50 aan. Nog tien minuten voordat het ontbijt sluit. Bijna tien uur aan één stuk door geslapen!

De zon schijnt en de bellen rinkelen in de wei. De eetzaal is leeg. Mijn tafeltje nog schoon en na een rondgang langs het buffet is het genieten van zuivel met granen, verse ananas, geconfituurde zwarte pruimen en donker brood met frambozenjam, drie overheerlijke koppen koffie en vruchtensap. 

Bezijdens van mij de bergen, de Sella Ronda en fietsertjes plakken op het asfalt en wurmen zich omhoog. Dat wordt mijn houding over een tijdje ook. Een zucht van genot, de oude lucht er uit en de nieuwe er in. Een Vlaamse fietsorganisatie bereid de ontvangst van zijn gasten voor, de bus wordt geopend, fietsen in elkaar gezet. Die van mij staat in de badkamer. Te wachten op zijn wielen en berijder. Nog even geduld witte!

Tijdens het ontbijt appen met mijn lief en een fietsmaat. Die laatste tipt de Apfelstrudel bij Hotel Gerard. Ai, en bedankt. Dat wordt stoppen en proberen. Zo vliegen de kilo’s er aan in plaats van er af. 

Enfin, straks de Sella Ronda. Wat staat mij te wachten. Volgens een route die van Strava werd geplukt 53 kilometer en 1.770 hoogtemeters. Uuuuh! Hoeveel? Een tweede analyse van de route laat heel veel ‘slingerende’ wegen zien. De Passo Gardena met een lengte van 8,8 kilometer en een gemiddeld stijgingspercentage van 6,7%, de Passo Stella, 5,5 km en gemiddeld 7,1%, de Passo Pordoi, 11,9% en gemiddeld 6,6% en de Passo Campolongo met 3,9% de kortste maar wel met gemiddeld 7,2%!

Oei, het eten laten zakken, Apfelstrudel bij Gerard komt straks. Eerst de fiets in orde maken, kleding kiezen, klaar maken en dan de ‘draadezel’ op. 

Ciao!

Share

Herkansing. Tof man!

Op 1600 meter hoogte. Aan de voet van de Passo di Gardena en Passo di Campolongo. Balkondeur open, vitrage tegen de muggen, de frisse berglucht streelt mijn enkels want ik zit al tikkend op mijn toetsenbord aan het massief eiken tafeltje naast de deur. Stramme autobahnspieren zitten nog niet op hun plek. Mijn hoofd dendert nog over stroken asfalt. “Kilometervreter, over de Brennerpas, met mijn dertig ton en diesel.” Langs racecircuits en eeuwenoude steden, door wolkbreuken die auto’s opslurpen, en laten jakkeren omdat bomen buigen en zo nodig op de weg uit gaan rusten. Een autobahn vol takken. 

Zon en storm in een roef en zucht. De lange Volvo ‘hoovercraft’ mij ongestoord stuwend voort. Zonder centje pijn.

De eerste stop was in Kaldenkerken, tanken en Haribo zooi mee. Snel verder. De tweede stop was tanken, pissen en salades wegtikken. Lekker man! Daar bleef het bij. Door en door en verder en de cruise-controle aan. Naar Italië. Alles tot in perfectie voorbereid. Paperassen, kleding, materiaal, training, werk, vriendin. Mijn twee fietsmaten moesten helaas afhaken met een hele goede reden, allez jongens, volgend jaar gaan we weer!

Twee jaar geleden zat ik er heel anders bij. De “Jour avant” werd zonder mij verreden en met een klotengevoel lag ik op de bank naar de Tour te kijken. Nu zit in in Corvara, hartje Dolomieten. En zondag fiets ik de Maratona Dles Dolomites. In de voorbereiding naar dit nieuwe doel moest ik door de pijn van mijn fysiek falen van destijds heen bijten. En mentaal blijven staan. Geen zelfmedelijden of compromissen. Rusten, werken, trainen en een gezonde balans bewaren. 

Dat is meer dan voortreffelijk gelukt. Doelen behaald, missie geslaagd. Nu de Maratona nog. Morgen uitslapen en dan fris in de pyama het balkon oplopen, de longen vol zuigen, rekken en strekken en hopen dat niemand me zo ziet staan. En dan? 

Na regen kwam vandaag de zonneschijn. Dat zal morgen vast niet veel anders zijn. Ik zie wel!

Share

De eerste!

Vorige week lag de brief op de deurmat. Op woensdag. Tijdens het werken stormt mijn vriendin de werkkamer binnen en houdt de brief met het blauwe logo van het RIVM voor mijn ogen. Wat ik al vermoedde wordt werkelijkheid. Ik mag gevaccineerd worden. In mijn hoofd hoor ik alle muziek en deuntjes van een overvolle kermis. Turboooo in de turboooo. Woeooeoeoei! Daar gaan we nog een keer. Hou je vast!

Binnen een kwartier is de afspraak in gepland. Op de zeventiende mei en de tweeëntwintigste juni gaat het gebeuren. Dat vliegen de micro chips in mijn lijf. Vanaf dat moment ben ik reddeloos verloren. Ga ik van afstand bestuurd worden door 5G gedreven monsterlijke mensen die mij willen manipuleren en veranderen in een levende machine. Ik krijg superkrachten. En kan zittend op de stadsfiets met 35 kilometer per uur de Cauberg op met een volle fietsmand trappist en twee tassen met boodschappen aan de bagagedrager. De auto in naar Italie. De Stelvio in een dikke vijfentwintig minuten op. Dan naar de Provence. De Triple Cingle van de Ventoux haal ik voor mijn ontbijt. Sterker nog, voor het avondeten ben ik ‘m zes keer opgefietst en voor de eerste fles pastice open gaat maar ik de tien vol. Wie doet mij wat. De “Jour Avant” van de Tour de France doet zijn naam eer aan want ik fiets de hele toer in één dag. Op maandag heej, net na het weekend! Dinsdag Parijs-Roubaix, kasseien afstoffen en opvreten. Effe naar huis en woensdag de Ronde van het Rutselbos en acht keer de Acht van Chaam. Donderdag terug in Italië en de Giro d’Italia inclusief twee keer de Mortirolo, door naar de Toscane en vrijdag de Strade Bianche van de mannen en vrouwen. Je weet wel. Die van de jongens voor de lunch en na een bordje pasta met Barolo ‘s middag de korte versie van de meisjes. Zaterdag zak ik af naar Spanje. De Vuelta in twee dagen. Rustig aan want in Pamplona wacht een stier die ik wil nekken! Maandag weer thuis en dan even rusten. Bijkomen van de opwinding. 

De euforie van verlossing en vrijheid verlichte mij. De afgelopen week telde ik de uren af. Nu, na de eerste prik duizelt het in mijn hoofd. Mijn bovenarm is stijf en gevoelig. Ik ben moe en wil slapen. De wereld is weer klein en komt naar mij toe. Ik zit buiten en ga schrijven. Even kijk ik op en als ik wil beginnen zit er een bij met pootjes vol stuifmeel op de cmd toets van het toetsenbord. Alsof de bij mij tot rust roept. Rustig aan Cor, er komt genoeg tijd om je dromen te verwezenlijken jongen. Dit is een nieuw begin. Wen er maar vast aan lieverd!

Share

Relatie voor prestatie.

Samen is beter dan alleen. Dat is zo’n gevleugelde uitspraak tijdens het fietsen. 

Op het werk hoor ik het zelden. Daar geldt; Eerst prestatie, dan relatie. 

En dat bevreemd mij. Want waarom zou je in je privé tijd wel over samen hebben en daar meteen het waarde oordeel ‘beter’ aan verbinden terwijl je op het werk eerst iets moet laten zien, de prestatie, en dan pas kan spreken van een relatie. Een samen.

De ‘maar’ het onder voorbehoud van iets of wat. Waarom is dat? 

Zonder relatie geen prestatie. Dat is mijn uitgangspositie.  Waarom heb je eerst een bewijs van geldigheid nodig? De afgelegde proef. Het slagen. En daarna het geloof. Waarom niet eerst het geloof en daarna het bewijs?

Een interessante gedachte waar ik het antwoord nog niet op heb gevonden. Want is de waarheid niet aan vele gezichten onderhevig? 

Dan kijk ik naar twee fietsers waarmee ik op pad ben. Met de een fiets ik al jaren en we vertrouwen elkaar. Blindelings en ik elke situatie. De ander is nieuw voor mij, toch gaat dat ook vanuit vertrouwen en de relatie waarin we elkaar er niet af fietsen, testen, op de proef stellen of onze prestaties naast elkaar leggen voordat we een band opbouwen. Want de band ontstaat zodra je die wil laten ontstaan. Daar zit het verschil in.

Share

Obstakels.

In vele vormen verschijnen ze op je weg. In woorden van jezelf of in die van een ander. Gedrag dat je waarneemt en je prikkelt. Sensaties die je voelt. Fysiek of mentale obstakels. Niet altijd even welkom of gepland. Toch zijn ze er. Moet je er wat mee? Of laat je ze voor wat ze waard zijn?

Soms is het goed ze voorbij te laten gaan en je eigen weg te vervolgen. Er niets van aan te trekken want het voegt niets toe! Toch zijn er ook van die drempels die je over moet. Je wil het obstakel overwinnen. Omdat je het jezelf oplegt of laat opleggen door de verwachtingen van anderen.

Wat is goed en wanneer zorg je goed voor jezelf? Door naar je eigen stem te luisteren of naar de wil van een ander? Heb je een goede raadgever, vriend, vriendin of vertrouweling aan je zijde staan op wie je mag steunen? Heb je een moment voor stilte? Dat je even alles aan de kant mag zetten en tijd kan nemen om nergens aan te hoeven denken. Alleen maar te voelen en gewaar te worden wat er gebeurd? Welk obstakel in de weg zit om je weg te vervolgen?

Neem de tijd. Zet de tijd even stil. Parkeer je doordravende ‘fiets’ en durf eerlijk te zijn!

Share

KUTEPIDEMIE

Een jaar als dag. En langzaam glijden we de diepte in.

Het kost mij moeite om daar niet aan toe te geven.

Al ruim een jaar leven op een postzegel.

Er zijn momenten dat het fucking kut, klotenniks is.

Geen zak aan! Vervelende rotwereld. Zak d’r in!

Misselijk volk, akelige streken, domme knuppels!

Stomme ikke! 

Stomme samenleving. Belachelijke regels. Godverdommense kutepidemie. Opzouten!

Gekke geloofsfanaten, opruiende politiek. Flikker op man!

Opzouten, wegwezen.

Ik ben er klaar mee!  

Met mensen die me lastig vallen met hun waarheid. Zout op man!

Die me koeieneren. Ga weg. Laat mij met rust!

Die over stoepen fietsen en tegen het verkeer in rijden. Wegwezen jij! Wil je verongelukken? Halve zool!

Met niet groetende buurtbewoners die met hun hoofd omlaag voorbij lopen. Hallo! Hoe gaat het met je?

Rondracende auto’s door woonwijken. Intrekken dat rijbewijs en auto inleveren!

Zwerfafval en de onverschilligheid waarmee die troep op straat wordt gesodemieterd. Ik donder het spul in je woonkamer!

De grote bek van de jeugd als ze worden aangesproken op hun gedrag. Kom eens hier en praat met me!

Huizenprijzen die belachelijk hoog zijn. Moet je over mijn rug rijk worden? Echt niet!

De stellingname van de ene tegen de ander. Die zich laten opfokken. Rustig aan man!

Ik ben er klaar mee. Helemaal klaar. 

Gedachten als een bliksemstorm. Oncontroleerbaar en niet te bedwingen. Flitsend en alle kanten op. Wat als dit, wanneer dat, doe ik dit, moet ik dat, wat zal ik, wie weet of, ben ik, had ik, krijg ik, wat zal ik, en zal ik? Het blijft te keer gaan. Een op hol geslagen flipperkastknikker.

Het mag stoppen. Weer gewoon worden om elkaar te zien, te groeten, te omhelzen. Wang tegen wang. De stad in. Naar een concert. Zwetend elkaar in de armen vallen met in een hand een pilske dat leeg loopt. Dat en nog veel meer. Vrij zijn. In een wereld waar we elkaar zien en niet zien als bedreiging. Echt leven. En we weer durven.

Dromen. En plannen maken die uit, mogen, komen.

We glijden weg. Al een jaar. En daar ben ik klaar mee!

Share

Gas terug.

Hoi!

Er zijn momenten dat je gas terug moet nemen. Je even bij jezelf te rade moet gaan.
‘Wat ben ik aan het doen? Is dit goed voor mij? Wat is het effect van mijn handelen? Hoe kan ik een verandering in gang zetten die beter voor mij is? Die recht doet aan mijn vitaliteit?’
Na twee weken rust ging ik vandaag weer de weg op. Rust doet mij goed. En jij? Wanneer voel jij dat het wel even wat minder mag? Zorg goed voor je zelf. Luister naar je lichaam.


Ciao, Cor✌🏼🙏🏼

Share