Loden jas (14) en hij wordt lichter.

Het waren rare tijden in 1986 en ‘87. Heftig, omdat er veel gebeurde. Ik moest aan mijn leerplicht voldoen, werkte hard en had geen vrienden meer. De brommer vrienden had ik gestald. Niet mee op vakantie mogen was een klap in mijn gezicht. De profiteurs, de gasten die meereden over mijn rug omdat ze zelf geen brommer hadden, had ik vaarwel gezegd. En met hun en alle anderen had ik gebroken. De ommekeer kwam toen ik door omstandigheden niet bij mijn vader, moeder en zusje was toen ze mij hard nodig hadden en nadat ik bij de kist van oma Venray stond. Zij was overleden en ik kon gelukkig naar de avondwake. Daar stond ik met mijn zeventien jaar oud. Ik zie me staan aan het voeteinde van de kist. Een zaaltje met indirecte verlichting. Die vanaf het plafond via een soort omgekeerde u-vormige lichtbak strijklicht naar beneden liet schijnen via de wanden van het mortuarium van het ziekenhuis. Om mij heen familie die bij met een scheef oog bekeken. Waar mijn ouders en zusje waren weet ik niet meer. Alleen met mijn gedachten stond ik daar en ik zag veel aan mij voorbij trekken. Al mijn streken, de familie, mijn verleden en het heden. Ik nam mij voor te breken met de eerder vertoonde gedragingen en een ander pad op te gaan. Een pad waar mijn ouders en familie trots op konden zijn. Daar die avond om zes uur koos ik letterlijk voor een andere weg. Ik was er vast van overtuigd dat het mij ging lukken. Daar heb ik de knop omgezet en gebroken met alle shit die ik kende en veroorzaakte. In de weken daarna werd ik liefdevol opgevangen door mijn ouders en Geert Gorree! Het waren de enigen die mij steunden en de kans gaven opnieuw te beginnen. Mijn ouders door er voor mij te zijn en me de rust en ruimte te geven mezelf te leren kennen.  Geert was er door mij aan te sporen iets te doen met de energie die vrij was gekomen. Ik was verraden, vernederd, vertrapt en als oud vuil aan de kant gezet. Geert en zijn vrouw Marian vonden dat mensonterend en onterecht. En wars van alle geruchten en de vieze smoezelige etterende vuile praat in het dorp en omstreken gaven zij mij het vertrouwen dat ik zo hard nodig had. Sterker nog. Zij boden mij een veilige omgeving en de vrijheid om te ontdooien. Geert gaf mij de opdracht om twee A-viertjes uit mijn hoofd te leren. Alleen de eerste zin weet ik nu na ruim 35 jaar nog.

“Onlangs vroeg men aan een bekende persoonlijkheid waarom zo weinig mensen slagen terwijl zo velen mensen op de wereld willen dat hun dromen werkelijkheid worden.”

Mijn focus werd verlegd en ik leerde mij te concentreren. Als ik binnen een maand de A-viertjes uit mijn hoofd leerde mocht ik bij hem blijven werken. Elke week kwam ik een stukje verder. Ik zat na het werk thuis bij het licht van de bureaulamp te lezen en liet zin voor zin binnen komen. Elke week overhoorde Geert mij. En elke week kwam ik een stap verder. Week na week. En bij week vier was ik er klaar voor. Alles stroomde er uit. Ik was geslaagd en mocht blijven. Dat gaf mij zo veel zelfvertrouwen en het besef dat ik keuzes durfde te maken en mijn besluiten waar kon maken. Geert, als volwassenen, had de weg voorbereid. Ik ben hem heel veel dank verschuldigd. Nog steeds kan ik er na al die jaren geëmotioneerd van worden als ik aan hem en Marian denk. Hij was mijn redder. Tegen alles in een voorbeeld voor Meerlo en de bekrompenheid die mij bijna de vernieling in had geholpen. Na Geert kwam de dienstplicht. Ik ging vervroegd in dienst. Mocht opkomen in maart 1988. Lichting: 88-2. Ik ging naar Blerick. Bij mijn geliefde Venlo De rijopleiding voor chauffeur Laro (Landrover). Daar in dienst ervoer ik voor het eerst in mijn leven wat kameraadschap betekend. 

Share

Tour Retour

Ziek thuis komen zitten bood mij de tijd om in alle rust te werken aan mijn herstel. Met het fysieke herstel kwam er ook mentale ruimte tot verwerking. Onverwacht en plotseling stonden er een aantal van mijn nare herinneringen om mij heen. Ze keken mij aan en daagden mij uit. De angsten voor ongewenst pijn en verdriet konden niet langer worden onderdrukt. Ergens ontstond er ruimte om ze er uit te laten ontsnappen. Een oud overlevingsmechanisme was over de datum. De eerste keer dat ik daar bewust van was kwam toen ik hardop sprak over de echte reden waarom ik de Tour de France ‘Jour avant’ wilde gaan fietsen. Met mijn lief zaten we een avond te filosoferen over ego, trots en geldingsdrang. Als donderslag bij heldere hemel kwam het besef binnen. 

De pijn en teleurstelling om niet te starten was groter dan de euforie om mee te doen. Toen pas drong het langzaam tot mij door. Het volbrengen van de bijna 3.800 kilometer in drie weken was niet voor mezelf. Het was voor anderen! Tuurlijk fiets je zoiets ook voor jezelf. Maar diep in mijn hart verborgen waren er andere redenen om dat te gaan doen. Die wuifde ik onbewust weg, negeerde ze, zette mijn blik op oneindig en had de volle aandacht voor de fiets, de fiets en anders niets. Focus, kiezen, doen maar dan verkeerd. Want ik dacht dat het moment rijp was om eindelijk te laten zien dat ik geen loser ben. Dat ik wel iets kan. Dat al die criticasters ongelijk hebben. Dat ik de moeite waard ben. De eigenlijke reden was dat ik wilde dat mijn kinderen trots op mij zouden zijn. De Tour fietsen is tenslotte een uitzonderlijke prestatie uit de categorie buitengewoon. Dat ik onze relatie zou kunnen laten opbloeien en mijn eigenwaarde zou kunnen vergroten door een grootse tocht te volbrengen. Hun met trots vervullen, ze laten stralen van vreugde. Want de eerlijkheid gebied mij te zeggen dat ik af en toe twijfel of ze wel weten wie ik ben en waar ik voor sta in het leven. Wat ik belangrijk vind en wat mijn normen en waarden zijn. Hoe ik mij dagelijks gedraag en wat mij kenmerkt. Daar ben ik onzeker over. De Tour fietsen zou dat veranderen. Stiekem hoopte ik ze dan aan te treffen in Parijs op de Champs Elysées met een grote fles champagne zonder glazen. We drinken uit de fles en proosten op het leven. Zoals vaders dat met grote kinderen doen! 

Uiteindelijk zie ik in dat het ging om de erkenning van anderen. Die had ik blijkbaar harder nodig dan de erkenning van mezelf. En laat dat nu net een weg zijn die niet leid tot verlichting en acceptatie. De echte erkenning zit in de mogelijkheid om mezelf te vergeven, te accepteren en te erkennen. Pas wanneer ik uit durf te komen voor wie ik ben, waar ik voor sta, hoe ik mijn talenten omarm en mijn tekortkomingen erken kom ik tot leven. En daar ben ik gelukkig mee begonnen. Mijn missie om de Tour de France te fietsen faalde destijds. Door het effect van die teleurstelling vielen blijkbaar mentale barricades weg. Dat bood ruimte om negatieve ervaringen uit het verleden te gaan herbeleven en een andere, vernieuwde en positievere plek te gaan geven. Terug naar de basis te gaan. Mijn leven trekt op dit moment aan mij voorbij. En mijn Tour is een hele andere geworden.

Share

Ik weet het niet.

Ik woon nu al negen jaar in Brabant. Mijn dialect is verbasterd en niet meer origineel. Het is een mengelmoes geworden van het Meerloos, Horsters, Venraays, Leuns en Venloos.Het is Limburgs maar niet helemaal vlekkeloos. Want mijn moeder is Brabants. En ik woonde dertien jaren in Meijel. Tot mijn achtiende in Meerlo en ik heb vijf jaar in Wessem gewoond en veel in Zuid Limburg gewerkt, gestudeerd en als ik ga wandelen met mijn hond zeg ik nog steeds “wanjele”.  Ik voel dat mijn Limburgs wegzakt. Ik spreek het te weinig. Ik hoor het niet vaak genoeg. Er komt Nederlands voor in de plaats.En ik weet niet wat ik er mee moet? Moet ik er überhaupt iets mee? Vanavond toen ik aan het wandelen was met mijn hond liep ik langs een bushalte. Zag de tijd staan en vertaalde dat naar het Limburgs. Het dialect dat in mij op kwam. En ik besefte mij dat ik wegdrijf. Weg van de taal van mijn geboorte. De taal van mijn vader. Wat ik versta en waar ik in opgroeide. Juist omdat ik het niet vaak genoeg meer spreek. Ik mis mijn vader. En zijn taal. Mijn ‘ouwe taaie’ en zijn dialect. En ik realiseer mij, meer dan ooit, dat ik de mijn geboortegrond mis.Wanneer ik in Vlaanderen ben voel ik mij thuis. Wanneer ik in Limburg ben voel ik mij dicht bij mijn familie en kinderen. Ik voel weemoed en verlangen. Naar mijn kinderen, moeder en geboortegrond.En al luister ik dagen naar Limburgstalige muziek. Bel ik mijn moeder en bezoek ik mijn geboortegrond. Ik blijf onthecht van mijn wortels. De grond waaruit ik kom en de stem van mijn vader. Soms is die pijn onverdraagzaam en komt ie naar boven. Vanavond is dat zo. En dat doet pijn en dat roept melancholie op. Het lukt mij vaak die te onderdrukken maar vanavond niet.Dan mis ik mijn vader, mijn kinderen en het vertrouwde dialect en de vanzelfsprekendheid om in een paar woorden samen te vatten wat in het Nederlands te veel tijd en woorden kost.

Share

Pap ❤️

Vandaag, zesentachtig jaar geleden werd je geboren. 

Vieren met warmte deed je graag. 

Met mam, mij, mijn vriendin, je dochter en kleinkinderen.

Ik zie de dag al voor me. 

‘Eerst een stiepel botterhamme.’

‘Dan een sniebelke vlaa mit een goeie tas koffie.’ 

En wachten tot het bezuuk komt. 

De ganse dag dur komme ze.

Het is al weer acht jaar geleden.

Je ging zo verrekes onverwacht en snel.

In deze tijden denk ik weer veel aan je.

Wie je bent en wat je mij leerde.

Jouw levenswijsheid verpakt in eenvoudige krachtige zinnen.

Die ik pas jaren later leerde ontcijferden.

Je stond altijd klaar voor anderen.

De warme hand gaf gul.

Een onbegrensde loyaliteit.

Fel als je onrecht voelde, zag of die hoorde.

Boos, verdrietig en stil op Dodenherdenking en Bevrijdingsdag.

De man van wij, samen en sociaal.

In deze tijd denk ik vaak aan je.

Omdat ik van je hou.

Jij bent een vader die mij veel meer mee gaf dan ik destijds besefte.

Een man die graag thuis was en maar niet lang kon blijven.

De dorpse Limburger met een onrustige reizende ziel.

De tweestrijd tussen blijven en gaan en je fantastisch warme hart.

Wat je zei pas ik zoveel als mogelijk toe ‘ouwe taaie’.

Dus op jouw geboortedag.

De dag dat mijn kinderen werken, studeren en ze hun vader missen.

Eer ik jou met één van je mooiste uitspraken.

‘Vriendelijkheid kost geen geld.’

Proost ouwe taaie. Ik drink een fles wijn in plaats van Tyskie! 

Cor junior.

Share