Ergens eind juli begin augustus vorig jaar zag ik de aankondiging voorbij komen. De Tour voor liefhebbers wordt weer georganiseerd. De gedachte dat ik de rit van mijn leven zou gaan kunnen gaan fietsen pakte mij. Vanaf dat moment liet ie me niet meer los. Nu, op 3 juli 2019, sta ik op het punt om die gedachte los te moeten laten.

Vorige week is een zwelling ter grote van een vingerkootje en een bult operatief verwijderd uit mijn zitvlak. De derde bal zoals het in wielertermen heet maakte het onmogelijk om pijnloos te fietsen. Ik kan pijn wel verdragen hoor. Een paar dagen lukt me makkelijk. Maar dit was van een andere orde en grote. De operatie verliep goed. Het herstel ook. De wonden waren dicht, geen rode randen of overdreven zwellingen. Keurig netjes. Tijdens de controle was de specialist lovend. “Die zien er goed uit kerel, dit maak je zelden mee, prachtig genezen. Als het herstel zo doorgaat kun jij  gaan fietsen hoor.” De eerste dagen na de ingreep dacht ik nog aan het missen van een paar dagen. De eerste etappes in België haal ik later wel in. Dan gaan we met de caravan naar Vlaanderen en de Vogezen. De start in Brussel ik dan mee en zwaai de groep uit. Terug naar huis en dan sluit ik vanaf de zevende etappe aan. Dan kan ik thuis alles goed laten genezen. Dat was een alternatief. Ik zweefde van geluk. Toen ik naar buiten liep kwam de spanning er uit. ‘Het kan dus toch nog. Het gaat me lukken.’ Ik had dagen op bed gelegen, gerust, goed gegeten, lucht er aan, niet te veel bewogen, af en toe zitten om niet te veel druk daar neer te leggen, veel gedronken. Echt alles gedaan om snel beter te zijn. Ik schrok me echter kapot toen ik ‘s avonds de wonden nog een keer bekeek. En terecht. Een wond was open gaan staan! Al die dagen was ie dicht geweest en nu niet! Wat is er gebeurd? Vandaag schrok ik nog harder. De opening is groter en dieper. Bijna twee centimeter en een halve centimeter diep. Het laatste woord is nu aan de artsen. De huisarts belde mij net. Driemaal daags spoelen met lauw water. Als de wond roder wordt of pijn gaat doen meteen bellen voor een afspraak. Hechten mag niet meer. Het moet nu dichtgroeien. Vrijdagmiddag controle bij de specialist. Daar moet ik het mee doen. Ik heb de touroperator gebeld en alles verteld. Eerlijk gezegd weet ik het niet meer. Dit kan niet, het is onverantwoord hiermee op de fiets te springen. Nu zeker niet en over een week verwacht ik het ook niet. Dat schrap ik ook al. Ik zie het niet zitten dat de wond over een week belastbaar is. Voor mij houdt het hier op. De Tour kan ik vergeten. Zoals het er nu voor staat kan ik niet anders dan voor mijn gezondheid kiezen. Op dezelfde manier als waarop ik kies om gezond toe te werken naar het fietsen van de Tour.

Ik lig op bed en staar voor mij uit. Pak de telefoon en kijk even op social media. Omdat ik moet liggen was het, dacht ik, een welkome afleiding. Integendeel. In de tijdlijnen zie ik foto’s en berichten over wielrennen, voorbereidingen voor de Tour, nieuws over de Tour, mensen op de fiets die lachen en genieten van het buiten sporten. Ik ben er klaar voor. Alles is klaar. Mijn fietsen, materiaal, kleding, voeding, alles! Ik kan gewoon starten. Maar dit gooit mijn droom in duigen. Ik geloof het zelf nog niet. Dit bestaat niet! Negen maanden hard werken. Vol ambitie toewerken naar de rit van mijn leven. En dat moet ik een week voor het vertrek uit mijn hoofd zetten? Vijftig worden op de dag van het vertrek, de symboliek ten top! Ik kan er niet bij dat het mij niet gegund wordt. Alles heb ik er voor over gehad. Alles aan de kant gezet. Vrienden, familie, werk, voeding, leefstijl. Alles zat tot nu toe mee. En daar waar het nodig was stelde ik doelen bij. Paste ik me aan. Handelde naar de omstandigheden. Iedereen helpt en werkt mee. Nu nog steeds. Mijn vriendin staat me met alles wat ik doe en wat er speelt bij. Vol liefde en met plezier zijn we samen bezig geweest de afgelopen maanden. Mijn trainer die maatwerk leverde, mij soms moest afremmen of stimuleren als het even zwaar werd. De fietsenmaker heeft mijn fietsen in nieuwstaat gebracht en klasse werk afgeleverd. Familie en vrienden die me steunen. De fysio die mij behandelde. Werk dat verdeelt werd en tijd die ik kreeg van de mensen waar ik mee samenwerk. Ik ben overladen met berichten, kaarten en aandacht van mensen die meeleven. Dat doe me goed, het is hartverwarmend en geeft me moed en steun en ik ben er dankbaar voor. Het maakt het afwachten en niets doen draaglijker. Ik was ook heel positief en tot eergisteren hoopvol. Maar deze ontwikkeling zag ik niet aankomen. Deze komt uit onverwachte hoek. Wellicht heb ik de ogen gesloten voor iets wat onafwendbaar was.

Wat nu? Hoe kan ik dit ooit nog eens meemaken? Valt mijn droom echt in duigen? Krijg ik ooit weer eens de kans? Je moet de momenten pakken als ze er zijn, als de sterren goed staan en je de kansen krijgt. Het is blijkbaar een ander moment en daar moet ik bij mij neerleggen. Niet uit vrije wil. Mijn fietsershart zegt ‘Fietsen man!’ maar al het andere zegt dat ik mijn verstand moet gebruiken. Klotezooi! Dag Tour…