De grote bitch Madeleine was op onze date boven verwachting lief voor mij. Bij het begin in Notre Dame de Briancon toonde ze haar koelte. Zo vroeg in de ochtend moest ze nog niets van mij hebben. Ze negeerde mij volledig en ik liet haar links liggen. Allez, uit het Noorden komt meestal een koude wind dus de rillingen die ze teweeg bracht heeft ze aan zichzelf te wijten. Fermé staat er na een kilometer. ‘Ooh. Ga je zo beginnen bitch? Daar trap ik niet in.’ Ik trap door en trek me er niets van aan. Over zeven kilometer is de weg afgesloten? Nee. Dat bord negeer ik en ik trap door. Dan kom ik bij een splitsing. Rechts af of rechtdoor? De mannen die aan de weg werken zeggen alleen ‘Bonjour.” Een bouwkeet. Daar staat de deur open. In mijn beste Frans vraag ik: “Col de la Madeleine à droite, eeeuh à gauche? A droite monsieur! Merci beaucoup et aux revoir!” Kijk, zo lukt het dus ook. Vriendelijkheid kost geen geld. En met een paar woorden kom ik een heel eind. Allez, het is een man en geen vrouw. Niet de Madeleine, die wilde mij op het verkeerde been zetten. Daar trap ik niet in. Geen verkeerde benen vandaag. Alleen goeie benen.De D213 slingert voort langs de flanken van mijn date. Ze is heet aan het worden. Het gaat al snel richting de 30 graden en niet veel later dik 35 graden. En dat terwijl ik rustig aan moet doen. Nou ja, moet. Ik moet niets maar mijn doel voor vandaag is vanaf het Noorden rustig aan beginnen en vanaf het Zuiden met meer pit naar boven. De Madeleine begint al heet te worden voordat het middag is. Zo vroeg al? Ik zit in het bos, beschut en als ik me even laat zien wordt ze heet? Niet doen meid. Niet hier. Niet in een bos. Dat is link. Net was je nog koel en afstandelijk en nu breekt het zweet mij uit. Wat wil je van me? Het grote negeren is begonnen. Ik trap door. Niet doordraaien want dan kon ze wel eens op verkeerde gedachten komen. Stel je voor? Focus houden op de berg. In La Léchère liggen Pyreneese berghonden bij hun schapen te zonnebaden. Een oude Toyota Landcruiser staat te blinken in de zon. Het gehucht is uitgestorven. Op een kaasboer na die zijn stinkende best doet in zijn schuurtje. Doortrappen en naar boven.Het wordt stil. Het uitzicht wijdser. Ik hoor een waterval. De weg is nat van het spattende water. De bossen wijken. Ik voel koudere lucht langs me heen gaan. De Madeleine heeft het opgegeven. Koele bitch! Smeltende sneeuw en stromen water over het wegdek. Glinsterend alsof het glasscherven zijn. De Madeleine veranderde van warme schone naar een ijskoningin. En daar heb ik geen problemen mee. Welkom koelte.
Mijn mond valt open. Niet omdat ik buiten adem ben. Maar vanwege de schoonheid van deze machtig mooie berg. Ellen heeft de avances van de dame ook ervaren en we lachen om haar pogingen om mij te verleiden. Ik hou me aan mijn belofte. Rustig aan naar boven. Niet uit de tent laten lokken. Zelfs niet door de marmotten.Boven staan we ademloos te kijken naar het ons omringende uitzicht. Achter ons zien we de Mont Blanc in vol ornaat staan te pronken en voor ons de hoge pieken van het Zuiden. We gaan samen op de foto bij het monument en daarna bestellen we op de top een grote koffie met een stuk vlaai met bosbessen. Het is een kwart vlaai en lekker! Het tweede stuk gaat er bij mij net zo makkelijk in. “Lekker stuk Madeleine. Kan niet anders zeggen dat je een lekker stuk bent. Hmmmm.” Beentjes omhoog en chillen. Wie doet je wat? Er is niets te doen boven op de top. Belachelijk rustig. Een paar motoren en auto’s. Drie tafels bezet en we zien vier fietsers. “Ik denk dat we het nooit meer zo rustig hebben op de Madeleine als vandaag. Prachtig open weer, niets te doen, zuivere lucht en de Madeleine laat ons met rust.”
We dalen af. Ellen gaat eerder terug en ik zak af tot La Chambre. Dan begin ik aan deel twee van vandaag. De verleidelijke Zuidkant. Hier mag ik mijn benen laten spreken en gaan flirten met Madeleine. Ik herken de waterplek waar ik twee jaar geleden mijn bidons vulde en waar ik mijn voeten in het ijskoude water stak om ze af te laten koelen. Toen had de vurige bitch uit het Zuiden mij te pakken. Nu niet. Ik weersta haar charmes en verleidingen. Geen stop, zelfs het pas gestorte asfalt dat aan mijn banden zuigt en waar steentjes aan plakken kan mij niet weerhouden. Ik wals door en was er bijna ingetrapt en afgestapt of haar plekzooi van mijn banden te halen. Bekijk het! Ik fiets door naar de top. Daar zie ik wel verder. En als ik lek rijd, pech gehad.
Meer zweten. Ze is op stoom. Ze wil mij op de knieën krijgen en stookt het vuurtje op. Veertig graden brengen mij niet aan de kook. Hoofd koel houden. En verder. En route! Focus, kiezen, doen! Hartslag gaat goed. Iets hoger maar dat mag. Dat had ik verwacht met zulke mooie pieken als die van de Madeleine. Mooie benen en prachtige vormen. Er op en er over krijgt een andere dimensie 🙂 In mijn hoofd hoor ik liedjes. Het begon met ‘Don’t stop me now’, van Queen. Na het zien van een boom met daarop het nummer 11 geschilderd ploppen er twee carnavalsnummers uit Venlo omhoog. Hoe verzin je het? ‘Orges in de Stad’ en ‘Elf op Elf’! En verrek! Het zijn keigoede klimnummers. Heerlijk! Mijn hartslag gaat omhoog. Hahaha. Madeleine. Jij trekt aan het kortste eind. Door en door en staan, en zitten, staan, zitten. Het gaat bijna vanzelf. Het ritme zit er in. Ik geniet van het uitzicht. De koeien in de wei. De terugweg naar de top.
Daar zit Ellen op mij te wachten. Ze straalt van blijdschap. ‘Heej, ben je er al? Ik zit er net!’ Koffie, cola, banden schoon maken en we lachen om ons geluk. Zo blij zijn we. De puntige borstjes van de Madeleine stonden vandaag fier in de lucht. Ik heb ze beklommen en besprenkeld met mijn zweet. Geflirt en gelachen. Haar benen zijn rank en haar taille is smal. Mijn hart liet ik spreken en daardoor ging het als vanzelf. Mijn benen komen later aan de beurt.Maar bovenal ben ik gelukkig dat mijn schone Ellen mee kon. Mijn eigen Madeleine. Samen naar boven en zij op haar nieuwe fiets. Geen pijn. Alleen spierpijn. Veel geluk, zon en lol. Wat een verademing. De verleiding van de Madeleine was een verademing om te doorstaan.