Op 1600 meter hoogte. Aan de voet van de Passo di Gardena en Passo di Campolongo. Balkondeur open, vitrage tegen de muggen, de frisse berglucht streelt mijn enkels want ik zit al tikkend op mijn toetsenbord aan het massief eiken tafeltje naast de deur. Stramme autobahnspieren zitten nog niet op hun plek. Mijn hoofd dendert nog over stroken asfalt. “Kilometervreter, over de Brennerpas, met mijn dertig ton en diesel.” Langs racecircuits en eeuwenoude steden, door wolkbreuken die auto’s opslurpen, en laten jakkeren omdat bomen buigen en zo nodig op de weg uit gaan rusten. Een autobahn vol takken.
Zon en storm in een roef en zucht. De lange Volvo ‘hoovercraft’ mij ongestoord stuwend voort. Zonder centje pijn.
De eerste stop was in Kaldenkerken, tanken en Haribo zooi mee. Snel verder. De tweede stop was tanken, pissen en salades wegtikken. Lekker man! Daar bleef het bij. Door en door en verder en de cruise-controle aan. Naar Italië. Alles tot in perfectie voorbereid. Paperassen, kleding, materiaal, training, werk, vriendin. Mijn twee fietsmaten moesten helaas afhaken met een hele goede reden, allez jongens, volgend jaar gaan we weer!
Twee jaar geleden zat ik er heel anders bij. De “Jour avant” werd zonder mij verreden en met een klotengevoel lag ik op de bank naar de Tour te kijken. Nu zit in in Corvara, hartje Dolomieten. En zondag fiets ik de Maratona Dles Dolomites. In de voorbereiding naar dit nieuwe doel moest ik door de pijn van mijn fysiek falen van destijds heen bijten. En mentaal blijven staan. Geen zelfmedelijden of compromissen. Rusten, werken, trainen en een gezonde balans bewaren.
Dat is meer dan voortreffelijk gelukt. Doelen behaald, missie geslaagd. Nu de Maratona nog. Morgen uitslapen en dan fris in de pyama het balkon oplopen, de longen vol zuigen, rekken en strekken en hopen dat niemand me zo ziet staan. En dan?
Na regen kwam vandaag de zonneschijn. Dat zal morgen vast niet veel anders zijn. Ik zie wel!