Als ik me de avond van te voren inschrijf weet ik dat ik ga afzien. Er wordt min drie en een koude windkracht vijf uit het Noordoosten voorspeld. Ik twijfel geen seconde. Dwars door Vlaanderen staat op mijn kalender, het is op 17 maart 2018 en ik ga er dwars doorheen. Tas inpakken, fiets klaar, slapen. Morgen zie ik wel verder.
Als ik die ochtend naar buiten kijk ligt er een centimeter sneeuw op de voorruit van de auto. “Bah, kouwe handen!’ Motor warmdraaien, ontbijten en op weg naar Vlaanderen. Vanaf Antwerpen is de sneeuw minder. De kou niet. De weerman van Radio 2 “Het kan vandaag in de Vlaamse Ardennen -2 tot -6 worden. U kunt beter binnen blijven.”
Nou bedankt! In Waregem is het grauwgrijs. Bijna verlaten. Omkleden op de parking en snel weg. De kou pakt mijn bovenbenen beet. Bij de start ben ik de laatste van de 152 kilometer. “Woont u hier?” vraagt een vrijwilliger. Nou nee…ik ben een liefhebber van de Vlaamse koers. En terwijl ik het zeg schraapt de kou mijn keel. Hij kijkt mij aan en lacht. Binnen maak ik het kaderplaatje aan mijn stuur vast en mijn vingers beginnen al te tintelen. Shit, naar de w.c. Ik wordt aangesproken; “ Uw fiets mag niet binnen staan’. Als ik uitleg dat mij wat dwars zat begint de man te lachen. “Veel sterkte vandaag!” Ja, dank u. Weer zo’n lach. Een gratis koffie gooi ik in mijn loden pijp, inklikken en weg. Bij de eerste kruising recht door. Daar gaat het mis. Ik zie een pijl niet en rij 6 kilometer om. Als ik even later op het parcours zit denk ik dat de gast voor mij ook een afslag mist en ik roep ‘Rechts af’ hij kijkt om. Hij houdt in. Blijkt dat mijn navigatie mij voor de gek hield “Sorry, ik schatte het verkeerd in.”
“Allez, ik dacht al; Wat is er aan de hand?” Niets dus! We moeten er allebei om lachen. We draaien de volgende weg rechts af. Vanaf dat moment rijden we 100 kilometer samen. Achteraf maar goed ook. Weten wij veel wat ons nog te wachten staat.
Het blijft koud en de harde wind blijft op kop. “Hij zou toch uit Noord Noordoost komen?” Vandaag komt ie uit alle richtingen. Nergens kan ik echt schuilen. Achter de rug van mijn nieuwe fietsmaat waait het minder. Met zijn zwarte pekken en blauwe oversokken ziet hij er niet alledaags uit. Diepe zit en zwaar verzet. Dikke poten, malen en stoempen! Waar haalt hij het vandaan?
Hij vertelt tijdens het fietsen. Dat hij uit een diep zwart gat omhoog is geklommen. Niet fit in zijn hoofd en tegelijkertijd een topsport lijf hebben. Alles verloren wat hij had. Nu is hij gelukkig op de vrachtwagen. Wekelijks op en neer naar Engeland. De cabine in plaats triatlon of de tekentafel. Hoe simpel kan het zijn? We zwijgen en fietsen door. We stoppen voor warme thee en fietsen door. Zwart en grijs, wit en door dat alles heen de kleuren van wielerkleding. Het fluorgeel van mijn jas. De blauwe oversokken van mijn buurman. Dode dieren! De klim is door de huizen en bomen heen te zien, een zwart grauwe bult! Is dit de Paddestraat? Neee. Dat kan niet. Zo mogen ze ‘m wel noemen. Overal liggen dode padden of zijn het kikkers? De hele klim slinger ik langs de dode platte kwaakers. Ik heb veel op de weg zien liggen maar dit nog nooit.
Winter in Vlaanderen. De kou drukt mijn longen dicht. Ik neem afscheid van mijn blauwe sokken fietsmaat. Hij gaat eerder naar huis. Heeft het wel gehad voor vandaag. Ik ga door. Wil niet opgeven en de afkorting nemen. Ik ben hier gekomen om de volle afstand te fietsen en dat ga ik doen. Het land is ruig. Ik moet een foto maken. Boven op een kale heuvel trek ik mijn handschoenen uit, leg mijn fiets op de weg en pak mijn telefoon. Mijn vochtige handen verkleumen vrijwel meteen. Het maken van een foto is alsof ik met armen waar houten stokjes aan zitten de camera moet bedienen. Het gaat bijna niet. Ze tintelen. De vingertoppen gevoelloos. De foto’s lukken maar mijn handschoenen aandoen niet. Ik ben geboeid aan de kou. Na een eeuwigheid lukt het. Ik zit en fiets door. Dit doe ik nooit meer. Weken later heb ik nog steeds last van mijn vingertoppen. Ze zijn voorgoed beschadigd.
En dan was er nog die andere renner…waar ik de laatste 40 km mee samen fietste en die in de buurt woonde. “Ik ben vanmorgen met mijn vrienden aan deze rit begonnen op mijn mountain bike maar kettingbreuk en terug naar huis gelopen. “Fiets maar door, ik zie jullie straks wel. Toen zijn ze door gefietst en ik ben mijn racefiets gaan halen.” Hij is verrassend fit. Beter dan ik mij voel. We fietsen samen naar de finish. Ik ben het kwijt. De weg niet maar wel de zin om dit gauw genoeg weer te doen. Ik eet drie kommen tomatensoep, schuif aan bij de TV met daarop Sporza die Milaan – San Remo uit zend. De Primavera..weinig van te merken hier!
Deze rit was zwaar. Door de kou en de wind die vanuit alle hoeken kwam. De warme Vlaamse gastvrijheid liet mij vrij snel het ergste vergeten.
Als ik weken later de website van de Etixx Classics Tour bezoek lees ik:
“Bibberen en beven voor ‘flandriens’ tijdens Dwars door Vlaanderen Cyclo
De Dwars door Vlaanderen Cyclo selecteerde zaterdagvoormiddag het kaf van het flandrien-koren. De derde manche van de Etixx Classics Tour was er ééntje voor de doorzetters door de ijskoude omstandigheden.
Bij de start ’s ochtends zakte de temperatuur tot -3, rond 9u kreeg Waregem zelfs af te rekenen met een sneeuwbui. Het stopte de fietsliefhebbers niet. Velen onder hen maalden deze voormiddag hun kilometers plichtbewust af in de koude, omdat ze die nodig hebben om binnen enkele weken de grote afstand voor de We Ride Flanders te bedwingen. Gelukkig was er gratis koffie voorzien om een beetje troost en warmte te geven.
De deelnemers mochten onder meer dezelfde vernieuwde finale langs Nokereberg en de Herlegemstraat berijden die de profs binnenkort zullen afwerken, terwijl ze ondertussen wel al heuvels als de Taaienberg, Kortekeer, Mariaborrestraat en Kruisberg achter de rug hadden.”
Dwars door Vlaanderen gaat ook dwars door de Vlaamse velden en ramt je door elkaar. Schuilen voor de wind kan niet. Laffe wieltjesplakker laten we op kop fietsen en de kou en wind stoempen we weg.
De koers leeft en het land beeft. Vlaanderen mijn land!