We bespreken wat we nog meer willen gaan doen in Wallis. “Het liefste fiets ik de Furkapass, de Sint Gotthardpass vanaf de Via Tremola over en ook nog over de Nufenenpass op één dag. Dan heb ik ze gehad en ben ik klaar. Alleen zijn de mooiste opgangen alle drie vanaf de zuidkant en dat kan alleen als ik de Furkapass van allebei de kanten na elkaar beklim.” Ellen wil graag weer mee en dan ook de Furkapass op. De beklimming vanaf de zuidkant doen we dan samen op de 21e en dan plannen we de 22e een rustdag in. Doen?
De dag er na ga ik weer. De avond van te voren heb ik vier opties uitgewerkt. De route, aanvalskant en de kilometers en de verwachte fiets en rusttijden. Ik kies optie 1! Fiesch en dan rechtsaf in Ulrichen om vanaf de zuidkant de Nufenenpass op te gaan, dan omlaag en door naar Airolo voor de St. Gotthard over de kasseien van de Via Tremolo en dan na de afdaling linksaf om vanaf Hospental de noordkant de Furkapass over te steken en terug naar Fiesch te gaan. Ellen zal later starten en met de auto zorgen voor extra bevoorrading.
Nufenenpass…ik sla in Ulrichen rechts af. Dan het spoor over het bos in. Na een bocht of drie kijk ik naar links en de elektriciteitsmast lijkt om te vallen. Hij staat scheef, helt naar voren en valt! Wat gebeurd er? Ik fiets door en kijk nog eens heel goed. Dan zie ik het. De mast helt over omdat ik zo stijl omhoog ga! Dat is het. Het is fris in de schaduw. Veel groen en nattigheid. Water in overvloed. Het ruist beneden mij en ik kan het niet zien. Hoe diep zou het zijn? Ik stop en kijk en maak een foto… Even later zit er een hagedis op de weg. Een zwart groene met zijn gele bek open. Ik ontwijk ‘m. Niet snel want het gaat met 8% ophoog. Voor mij zie ik de rotswanden. Schuin en nat, veel mos en bos. Als ik de hoek omga opent zich een andere wereld voor mij.
Enorme bergen links en rechts en ik fiets over een asfaltweg die zich daar doorheen krult. Op en af en iedere keer neem ik een foto omdat ik denk dat het niet mooier wordt en na iedere bocht is het mooier. Ik steek de rivier over. Rechts van mij een grote berg sneeuw. Man! het is eind augustus. Deze pass wordt in de winter afgesloten voor alle verkeer en niet sneeuwvrij gemaakt. Dat zal het zijn… tijdens klimmen verkeer ik vaak een soort trance. Nu kom ik er ook weer langzaam maar zeker in. Bij een hut stop ik voor een foto. Mooier wordt het niet. Ik draai me op en zie waar ik vandaan kom. Hoger zal het wel niet gaan. Als ik verder fiets zie ik ineens waar ik naartoe moet…dat bestaat niet. Nog hoger. Daarheen? Ik zit op de boomgrens. Rechts van mij gletsjers en links van mij torent en nog een hogere berg boven alles uit. Mijn schijfremmen zitten er niet goed in. Ik hoor ze schuren. Ze zingen bijna als zo’n zaag van vroeger op tv. Daar speelden van die zogenaamde artiesten op met een strijkstok. Lijnbussen passeren mij. En veel sportauto’s. Een stoet Maserati’s, Ferrari’s en veel Porsches. Met veel lawaai. Dat hoort hier niet. Hier dient stilte te zijn en het geluid van de wind, het zuchten van de fietser, de koebellen, en het piepen van de bergmarmotten. Dat is het! Mijn schijfremmen piepen niet. Het zijn de marmotten! Ik hoor ze wel maar zie ze niet. Rechts van mij kijk ik in de ogen van de eerste koeien. Wat een schatten. Zo ontspannen staan te kauwen en wat simpel voor zich uit staren. Dat is bij mij anders. Ik moet verder. Nog een sneeuwmuur. Ik stop en voel er aan. Het is ijs! Mijn tellertje daalt in mum van tijd naar 11 graden. Het is het dieptepunt. Kouder wordt het niet. De klim naar boven is prachtig en het uitzicht leg ik vast op foto. Ik vul mijn bidons, drink koffie en eet een stuk pruimentaart voor 7 euro! Ze spreken hier al Italiaans. El ge-appt en zij rijdt nu aan. Body aan, want het waait hier ook weer hard en het is koud, en afdalen naar Airolo. Op naar de Via Tremola. Hoe zal het zijn?