Na een lange periode met ziekte en tegenslag bleef de vraag naar boven komen of COVID mij te pakken had gekregen in februari van dit jaar. Een telefoontje met de assistente van de huisarts en heel veel overredingskracht leverde een doorverwijzing op voor onderzoek naar antistoffen. Dezelfde dag een afspraak gemaakt en er was die middag plek.
‘Bij jou heb ik geen band nodig. Die liggen er mooi op zeg.’ De naald ging zacht naar binnen. De buisjes vulden zich.
‘Dat klopt. Over de aders op mijn armen hoor je mij niet klagen. Even knijpen en hopplaa!’
Toen ze de naald er uit trok voelde het vervelend. Vier dagen lang zat er een dikke bult aan de binnenkant van mijn arm. Ze was op zijn zachtst gezegd, een beetje onhandig, op dat vlak.
Twee dagen later kreeg ik de uitslag.
De assistente: ‘Je hebt het goed ingeschat Cor. Er zijn antistoffen tegen COVID in je bloed aangetroffen dus je hebt het honderd procent zeker gehad en dat verklaard je ziekte begin dit jaar. Dat neemt niet weg dat je het alsnog weer op kan lopen. Het is geen garantie tegen immuniteit.’
Een opluchting. Er spookten lange tijd gedachten door mijn hoofd dat het geen COVID was maar een ander virus, of een samenloop van omstandigheden die mijn nekten. Nu was het dat ook wel. Maar toch. Het liet mij niet los. Pas toen we thuis bespraken om bloeddonor te worden kwam de wil tot weten. Vervolgens werd het door mij via de app gedeeld met de mensen die de afgelopen maanden met mij mee hebben geleefd, belangstelling toonden voor mij zorgden en contact onderhielden.
Mijn moeder zei toen ze het hoorde: Dan heb ik het ook gehad. Zeker weten. En Ellen ook!
Misschien…het zou best wel eens kunnen mam. Alleen. Met een bloedonderzoek weet je het zeker. Zelf voor dokter of specialist spelen heeft niet mijn voorkeur. Dat is niet mijn vakgebied. Het invullen van iets werkt alleen bij een formulier waarbij je gegevens op schrijft.
Dat klopt jongen. Ik ga het eens bespreken met mijn huisarts. Maar ik heb het wel gehad hoor. Man wat was ik ziek! Weet je nog?
Klopt mam. Gelukkig ben je weer beter. En ben je er nog. Let goed op jezelf. Met kerst komen we op bezoek. Alleen zitten met die dagen vinden wij niets.
Maar ik kan goed alleen zijn hoor. Dat vind ik heerlijk.
Ja. Alleen, wij zijn er ook nog. Wij zijn graag bij je. Hald dich mam en tot gauw!