Suiker, bewegen, afkicken

Het veranderen van gewoontes is makkelijker gezegd dan gedaan. Dat weet ik al lang. Het opnieuw ervaren is een ander verhaal. Shit wat is het lastig om niet te eten waar je zin in hebt.

Toen ik een paar weken gelden het besluit nam om naar de Ronde van Lombardije toe te werken wist ik dat het voelbaar veranderingen zou opleveren. De afgelopen dagen voel ik me anders dan anders. De behoefte aan koek bij de koffie is heel sterk. Het verbaasd bij hoe vaak ik tussen de maaltijden  snoep en hoe gebruikelijk het is.

Op een terras in Breda drinken wij koffie…zonder gebak!  Alcohol vrij bier zonder alcohol. Geen nootjes! Met een lijf dat om eten vraagt kom ik thuis. Dat kan toch niet? We eten groente. Courgette uit de oven met groente, kaas en biologisch gehakt. Ik zat bomvol na het eten. En dan nu alweer trek? Het voornemen om te gaan wielrennen werd dus een retourtje Breda op de stadfiets. Alsof mijn lijf de inspanning niet aan wil gaan. Maar dan klopt niet. Toch?

De derde dag voel ik mij slap en moe. Toch heb ik ook nu goed en voldoende gegeten. In de ochtend en het begin van de middag ben ik wakker en fit maar na een uur of twee begint het. Duf en flauw! Een banaan geeft even verlichting. Mijn suikerpeil zakt en stijgt. Het lijkt wel een çold-turkey’ man! ‘Ik moet hier door heen. Niet toegeven aan de drang om te snoepen.’’ Hoe gaat dit in mijn trainingsschema passen ? Vraag ik mij af. Deze week heb ik mij gegeven om los te komen. Als ik ’s middags een afspraak heb sla ik tot ieder verbazing een zoete traktatie af. ‘Wat is dat nou Cor?” Ik vertel dat ik wat ik ga doen. Dat ik anders ga eten, geen alcohol meer drink, suiker minimaliseer, nog gerichter ga trainen, dat de afstand niet het probleem is, dat ik die wel kan verteren, dat ik niets aan het toeval wil overlaten, ik mezelf niets wil gaan verwijten als ik aan die verschrikkelijke steile klim van 25% en 27% begin, dat ik de hitte aan wil kunnen en alle overbodige kilo’s thuis wil laten, aan kracht niets wil inboeten, dat ik interval trainingen ga combineren met blokjestraining, duurtraining, stress verminderen, uitrusten en dat deze tijd van het jaar daar heel goed voor is. Ik hoor mezelf van alles zeggen over eten en het effect op het fietsen. Ik krijg er energie van en de dip verdampt! Het is zwaar geweest en ik heb één keer de verleiding niet kunnen weerstaan. Ik at  een pak rijstkoekjes met chocolade op te eten bij twee koppen koffie. Ai ai ai ai ai! Slap of nodig?

Vanaf deze week begint het trainingsschema voor Lombardije. Ik voel me sterk en beter dan een week geleden. De reis naar Lombardije gaat samen met mijn oude Volvo en vanaf vrijdag ook met een oude Kip caravan. De ‘teamcaravan’,  ons hotel op wielen. Fiets check, auto check, caravan check.

En dan is er nog de Tour de France. Gisteren was de etappe naar Roubaix. Wielrennen zoals het hoort te zijn. Man tegen man. Stampen en aanklampen, verliezen en verhoord worden! Eén van de vijf monumenten. Inspiratie genoeg om niet afgeleid te worden van het doel. Nummer vijf fietsen voor mijn vijftgste!

Share

De weg naar Lombardije

Over vijf weken wil ik de Giro di Lombardia gaan fietsen. Mijn vijfde monument. De datum ga ik nog niet vastleggen. Wat ik wel zeker weet is dat ik dan 245 kilometers en ruim 4000 hoogtemeters ga fietsen. In Italië, om precies te zijn in Lombardije.

Vanaf vandaag pas ik mijn eet en leefgewoonten aan. Ik drink geen alcohol meer, vet en suiker minimaliseer ik tot het meest noodzakelijke. Maar friet, chips, chocolade, vlaai, bier, wijn en al die lekkere dingen zweer ik nu af. Wat na Il Lombardia komt zie ik dan wel! Eerst dit.

Schrijven helpt mij om de focus op het doel te houden. Bewust te zijn en dat bewustzijn vast te houden. Niet te verslappen en de afspraken die ik met mezelf maak na te komen.

Dus! Ik ga het vastleggen. Vandaag begin ik. Maandag 9 juli 2018. En het voelt vreemd. Onwennig omdat ik het nog nooit zo deed.

Minimaliseren en stoppen! Zondag vrat ik nog vlaai die over was van mijn verjaardag. Vier stukken! Heerlijke rijstevlaai en abrikozen kruimel uit Limburg want die is het lekkerste. Een fles bier en drie glazen wijn. Gezouten pistachenoten uit de zak en ik kijk ondertussen naar televisie, de Avondetappe. Wijn, noten en wielrennen. Het laatste zal door gaan. De rest stopt vanaf vandaag. Mijn verjaardag was het moment dat het nog kon. Dat is mijn ijkpunt. Feest, opmaken wat over is en de maandag er na afkicken

Ik ben benieuwd hoe mijn lichaam zal reageren. Minder suiker. Hoe ga ik dat tijdens het fietsen compenseren met eten en drinken? Wat zijn de gevolgen voor mij gewicht, humeur, slaap en de kracht en het uithoudingsvermogen tijdens het trainen? En wat ga ik nog meer tegenkomen op de weg naar Il Lombardia?

Suiker. Eén van mijn verslavingen. Maandagochtend kwam de zucht al op. Zin in koek bij de koffie. Op de tafel stond een de snoeptrommel en een doos met zeebanket. Klaar om opgeborgen te worden.

Aaaaaahhh! Koffie met chocolade…warme koffie met chocolade die smelt als je ze mengt. Hmmmm. Nee! Weiger, weersta de drang. Wel koffie met een boterham. Dat gaat ook nog veranderen. Koffie is één van de minderingen. De andere verslaving. Ik maal de bonen. De geur van versgemalen koffiebonen zorgt voor water in mijn mond. Aiaiaiaia Cor. Dat worden bijzondere weken jongen J

De dag kom ik goed door. Veel glazen water, Ik eet de verse ananas die in de koelkast klaar staat en rond een uur of vier een appel. De ergste trek misleid ik hierdoor. Het avondeten is verrukkelijk. Hartige taart met ei en groenten en een heerlijke salade. Mijn darmen werken als een tierelier! Voor het uitlaten van de hond nog snel naar het kleine huisje. Als ik in bed lig rammelt het van alle kanten. Het is aan het werken. Er is wat gaande.

Morgen fietsen. Wat neem ik mee? Een banaan of twee! En water. Ik denk dat ik maar eens gauw meer ga lezen over alternatieve voeding tijdens wielrennen.

 

Share

La Primavera

Het is bijzonder om aan de start in Milaan te staan. In een zenuwachtige sfeer van fietsers die overgeconcentreerd zijn: ‘Wie heeft er tie raps. Waar zijn de bananen? Ik ben mijn Garmin kwijt. Waar is de start? Zijn we er allemaal? Klaar voor de groepsfoto?’

We moeten lachen om onszelf. Het filmpje dat Janneke (zijwielrent.nl) maakt moet een keer over en ze trilt van opwinding. De afstand van 135 kilometer met een gemiddelde van dik 37 kilometer per uur is iets waar de meesten van onder de indruk zijn. ‘Echt waar. Zo hard?’ Een Vlaming in onze groep schrikt van onze voorspelling.

Te laat! Er is geen weg terug meer. We vertrekken en het tempo zit er meteen goed in. Asfalt als gatenkaas. Doortrappen! Op een stuk nieuw gitzwart biljartasfalt maak ik de opmerking: ‘En toen was er tot de finish deze wonderlijk strakke weg.’ Geen reactie. Stilte! We razen door de Povlakte. Ratelende cassettes en kettingen, frames die zingen!
Mijn lief heeft een bereconditie maar Bella Ellen moet lossen. Ik laat me naar haar afzakken. ‘Ga je terug komen?’ Ik zie de twijfel in haar fietshouding. Riccardo en ik helpen haar om terug te komen. Het lukt niet. Ze kiest haar eigen koers. ‘Hoie lief en let goed op jezelf. Tot vanavond!’ Riccardo en ik moeten daarna heel diep gaan om in het peloton terug te komen. El gaat alleen door en de hele dag moet ik aan haar denken… Ik zie de antieke Italiaanse huizen, een gouden standbeeld en mis haar.

De eerste stop is in Ovada. Er wordt gegeten en gedronken alsof we uitgehongerd zijn. Volproppen en weer verder! Janneke zit in de schaduw en blijft. ‘Fiets maar door. Ik ga op mijn eigen tempo verder.’ De hitte en de hoge snelheid eisten hun tol. ‘Okay. Doe rustig aan en let op jezelf.’
We gaan in een kleine groep verder. Allemaal Wielerbussers.
De tweede stop is net voor de eerste klim. Wielerbussers vol zoutuitslag op hun kleren. Het is stikheet. Janneke komt ook aan. Van El heb ik nog niets gehoord.
Bidons vullen. Schransen en de Mio in de bus gelegd want die werkt niet meer. De Venlose groep komt ook aan. Ik zit heerlijk in de schaduw en Janneke maakt vlak voor mijn vertrek een paar foto’s. Niet opgelet en de groep is weg.

Ik moet er alweer flink een snok aan geven. Net voordat de Passo del Turchino begint sluit ik aan. De klim is tof! Tja…de eerste… Eerlijk gezegd is de afdaling het beste blijven hangen vanwege een trage scooter en auto die voor mij zaten en die ik inhaalde in een binnenbocht en een Italiaan die finaal aan het dweilen was en de vangrail schampte. Die gast had…

Als we Genova bereiken ruiken en zien we de Middellandse zee!
Het ruikt er heerlijk zoet door de kamperfoelie en oleander. ‘Daarom heet het de Bloemenriviera!
Ik voel de zon branden. Mijn huid is nat. De zonnebrandcrème beschermt. Ik proef zoute lippen. Nog meer drinken. De vijfde grote bidon drink ik leeg. Het zouden er tien worden en veel gelurk aan flessen water en cola. We suizen langs de kustweg in een vlot tempo. Onze kopman trekt er aan. Af en toe inhouden en weer door. Badplaatsen met pijnbomen en palmbomen. Mensen die niets hebben met ons en oversteken tussen de honderden zebrapaden. ‘Piano piano!’ Maar daar hebben ze geen oren naar. Een groot contrast met de Friezen een paar dagen eerder. In Spotorno stop drie. Veel eten en drinken en wachten op een paar maten.
‘Avanti avanti!’
We hebben bijna tweehonderd kilometer gefietst en dat merken we. Het gaat pijn doen.
De koperen ploert blijft ons opwarmen. We halen er steeds meer in. Andersom komt niet voor. Dit gaat lekker!

Dan komt op tweehonderdzestig kilometer de Capo Berta en die hakt er in. Shit man!!
Ik kom boven met brandende voeten, kruis en handen. Uit pure armoede uitpuffen en vloeken in de schaduw van de berg. De koppen om mij heen zien er niet uit. ‘Lijk ik daar op?’ Het is lang geleden dat ik zo afzag.
Ik kieper een paar waterflessen over me heen en laat mijn schoenen vollopen. Het helpt en ik koel af en doe dit ook bij mij fietsmaten. Al het eten dat in mijn zakken zit gaat er in. Sportrepen, noten, gelletje. Vies plakspul die gel maar wel instant energie. Eerder die dag spoot het spul uit de verpakking alles onder. Bah.
Rust roest. Ook als het dertig graden is en je nog tweeënveertig kilometer moet. Dus gaan we weer verder. ‘We missen er nog een.’ Daar komt ie.
‘Was het zwaar?’ ‘Neeuh, ik ben gestopt om foto’s te maken.’
Dat moest hij bekopen met ‘Op kop jij en vlug!’

We stoempen door richting Cipressa. Onderweg liggen fietsers uitgewoond lang de weg of hangen als een vaatdoek bij een tankstation of supermarkt over hun fiets. Het is nog steeds warm en de zes kilometer lange Cipressa is goed te doen.
‘Eigen tempo, ritme, de weg lezen en blijven drinken.’ Mijn lijf voelt goed en het brandende gevoel is weg. De dip ligt achter mij.
Poggio! Het is niet waar. Nu al? Hahahaha. Toffe klim en de afdaling staat vol gekalkt met de afkorting van John Degenkolb ‘Dege’. Hij won ‘m!
Naar beneden roetsjen nam een Italiaan te letterlijk.
Coen zegt het en ik herhaal het: ‘Boven en beneden staat geen beker je te wachten.’
Effe wachten in een bushalte op de ‘fotograaf’ duurt ons te lang. We willen klaar zijn en als we bij een rotonde links af slaan ligt tweehonderd meter verder onder een blauwe boog de finishlijn. Ik ben er!
Aan de finish staan Jan en Sindy op mij te wachten. Op hun atb zijn ze vanuit Monaco komen fietsen voor Ellen, Janneke en mij. Hartverwarmend!
Ik omhels mijn fietsmaten en bedank ze. ‘Dank jullie wel!’

De finishermedaille voelt verdient. Het is volbracht. Nummer vier van de Monumenten is binnen en ik voel me gelukkig.

Ellen heeft tweehonderdzestig kilometer gefietst waarvan honderdvijftig in haar eentje. Ik ben sprakeloos van bewondering en apetrots. Mijn lief flikt het in haar eentje! ‘Ik heb alles er uit gehaald wat ik vandaag kon. Het is goed zo!’ Ze staat volledig achter haar besluit.
Janneke finisht met onze Vlaamse fietsmaten en overwon haar zwaarste tocht.

We zitten in een prachtig hotel met uitzicht over zee. Het is goed hier. We eten pizza en drinken grote glazen bier.

De lente is voorbij. Ciao La Primavera. Arrivideci Italia!

 

Share